Configuratie van de regenbeveiligingsfunctie ........10 Configuratie van de radiografische-codering ........10 Opvragen van de SW3D toestanden per handzender ......12 De weergave van de actuele configuratie in SW3D ........ 13 De bewakingsfuncties ................... 14 De zonfunctie ..................... 14 8.1.1 Genereren van de zon-in- en uitbesturingsbevelen ......
Voor dit doel, hebben de apparaten een unieke, zeven-cijferig volgnummer, die wordt gegeven tijdens de productie. Deze staat op het etiket van de SW3D, en is het adres van het apparaat. Voor de werking van het SW3D apparaat is een voedingsspanning nodig van (12 of 24) VAC/DC.
LCD-handzender bevindt. Het aanmelden wordt in de LCD-handzender gestart. Hiervoor wordt het menu „instellingen“ geopend, de cursor op het symbool van de SW3D geplaats, en met de „OK- toets“ bevestigd… Afb. aanmelden-1: De display weergave van LCD handzender veranderd in het venster 'SW3D' en de cursorselectie "aan / afmelden“...
Het teken verschijnt kort en het scherm keert terug naar „SW3D“. Nu de registratie is voltooid kan de handzender andere functies van de SW3D, zoals het afvragen van de status of configuratie van de SW3D uitvoeren. Onder "SW3D" in het LCD-scherm, kan men nu kiezen de handzender aan- of af te melden, of voor configuratie van de SW3D.
Door op 'OK' te drukken word de selectie geactiveerd en zend de handzender een aanvraag naar de SW3D. Als antwoord zend de SW3D de uitgebreide configuratie instellingen terug. Zie ook Afb config-3, fig. config-5 of Afb config-7.
20 % onder de ingestelde lichtdrempel bereikt. Deze tijden kunnen gewijzigd worden zoals hierboven beschreven. Om de wijzigingen in afb.config-3 en afb.config-4 naar de SW3D te zenden, toets indrukken. Nadat de instellingen zijn opgeslagen zal de SW3D een bevestiging sturen naar de handzender.
Pagina 9
• „Windalarm met code-6“ en bijbehorend winddrempel-wind-6“ De instellingen kunnen, zoals hierboven beschreven, gewijzigd worden. Om de wijzigingen in afb.config-5 en afb.config-6 naar de SW3D te zenden, dient de middelste toets bediend te worden. Nadat de instellingen opgeslagen zijn, stuurt de SW3D een bevestiging naar de handzender.
Configuratie van de radio coderingen Het instellen van de coderingen voor de betreffende ontvangers, hoort bij de configuratie van de SW3D. Om naar deze instelling te geraken, moet in het display (zie afb. Config-2) de rechter toets bediend worden.
Pagina 11
Afb. Config-9: Nadat alle instellingen voltooid zijn, kunnen alle 6 de coderingen door bedienen van toets naar de SW3D gezonden worden De huidige bewerking kan indien gewenst beëindigd worden door op de linker toets te drukken. Na ontvangst van deze bevestiging wisselt het display naar afb. Config-2, de configuratie...
Toestanden“ van de SW3D opvragen met handzender Indien een LCD handzender aan de SW3D is aangemeld (zie hoofdstuk 3), kan de gebruiker de actuele wind-, regen- en zonwaarden, met één knopdruk opvragen. Hiervoor moet de gebruiker in het eerste scherm van de LCD handzender de linker toets bedienen.
7 Weergave van de configuratie in de SW3D De actuele configuratie van de SW3D kan ook in het apparaat uitgelezen worden. Door bedienen van de interne toets BT1 in de SW3D, word de configuratie van „zon-1“ gedurende 4 seconden getoond.
8 De bewaking functies De zonfunctie De automaat SW3D heeft 3 zon groepen tot zijn beschikking, welke de laagste prioriteit van de beschikbare functies hebben. De automaat heeft 3 zoningangen „LS1“, „LS2“ en „LS3“ waaraan de externe zonnecellen worden aangesloten.
De Regenfunctie De SW3D beschikt over een regenfunctie de derde hoogste prioriteit onder de stuur functies. De externe regenmelder dient aangesloten te worden aan ingang „RG“. Een regenmelder is een zelfstandig apparaat die een potentiaalvrij contact sluit bij regen, en weer opent als de regenbui voorbij is.
De Service-(glazenwasser) functie Het SW3D apparaat beschikt over drie onafhankelijke service-functies welke de hoogste prioriteit bezitten. Dit zijn de ingangen „SV1“, „SV2“ en „SV3“ waaraan 3 externe sleutelschakelaars kunnen worden aangesloten. Om de service-commando’s naar de radiografische motorbesturingen te zenden, zijn de drie service-functies, SV1, SV2 en SV3 vast aan de codes C1, C2 enC3 gekoppeld.
Technische gegevens Functie Instelling Fabrieksinstelling lichtanalyse Sensoren 3 Tedsen-zonsensoren LS1 LS1 aan Gevoeligheid = 25 nA/lx LS2 aan Ruststroom = 0,4 mA LS3 aan Meetbereik (1 – 80) klx Drempelwaarde Apart per sensor te 10klx voor LS1, LS2 en configureren van (1-80)klx LS3.