VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
10
• Raak lekkend koelmiddel niet direct aan.
- Er is gevaar voor bevriezing.
• Koper dat in contact komt met koelmiddelen moet zuurstofvrij of
gedesoxydeerd zijn, bijvoorbeeld Cu-DHP, zoals gespecificeerd in
EN 12735-1 en EN 12735-2
• Er moet rekening worden gehouden met de nationale
gaswetgeving.
• Koelmiddel leidingen moeten worden beschermd en omhuld om
schade te voorkomen.
• De installatie van leidingen moet tot een minimum worden gehouden.
• Er moet een gesoldeerde, gelaste of mechanische verbinding
worden gemaakt voordat de kleppen worden geopend om
koelmiddel tussen de onderdelen van het koelsysteem te laten
stromen. Voor het evacueren van de verbindingsbuis en/of een
ongeladen koelsysteemonderdeel moet een vacuümklep zijn
aangebracht.
• Iedereen die betrokken is bij het werken aan of inbreken in een
koudemiddelcircuit, moet in het bezit zijn van een geldig certificaat
van een door de bedrijfstak geaccrediteerde
beoordelingsautoriteit, die toestemming geeft om koelmiddelen
veilig te verwerken in overeenstemming met een door de
industrie erkende beoordelingsspecificatie.
• Gebruik geen andere dan door de fabrikant aanbevolen middelen
om het ontdooiproces te versnellen of het apparaat te reinigen.
• Niet doorboren of verbranden.
• Houd er rekening mee dat koelmiddelen mogelijk geen geur
bevatten.
• Demonteer het apparaat. De behandeling van de koelolie en
onderdelen moet worden uitgevoerd overeenkomstig de
plaatselijke en nationale normen.
• Flexibele koelmiddel aansluitingen (zoals verbindingslijnen tussen
het binnen- en buitendeel) dat tijdens normaal gebruik kan worden
verplaatst, moeten worden beschermd tegen mechanische
beschadiging.
• Pijpleidingen moeten worden beschermd tegen fysieke schade.