•
<Session Type>
Met het <Session Type> kan de beheerder het portal voor een PCoIP-sessie of een RDP-sessie configureren.
•
<Identify Peer By>
De beheerder kan bij <Identify Peer By> aangeven of het peer-apparaat moet worden geïdentificeerd aan de hand van het
IP-adres, het MAC-adres of de volledig gekwalificeerde domeinnaam (FQDN).
Tabel 2-2 toont de peer-identiteitsparameters die beschikbaar zijn bij gebruik van de gekozen methode. Als een ongeldig
IP-adres of DNS-naam wordt ingevoerd, zal het scherm de beheerder de opdracht geven om het te corrigeren.
Tabel 2-2: Peer-identiteitsmethodes
PEER-
IDENTITEITSMETHODE
Peer IP/MAC
Peer FQDN
•
<Enable Auto-Reconnect>
Met behulp van de optie <Enable Auto-Reconnect> kan de portal automatisch opnieuw verbinding maken met de laatst
verbonden host als een sessie wordt verbroken.
<Language> tabblad
Via het veld <Language> kan de beheerder de taal van het scherm configureren.
De taalparameters kunnen eveneens geconfigureerd worden op de webpagina van de beheerdersinterface.
Afbeelding 2-9: <Language> configuratie
4-1
GEGEVENSVELDEN
Peer IP-adres
Peer MAC-adres
Peer FQDN
OPMERKING
PCoIP of Portal RDP client
PCoIP
PCoIP of Portal RDP client
De software installeren