•
<Enable Diagnostic Log>
Het <Enable Diagnostic Log> veld regelt of er specifieke foutopsporingsberichten van verbindingsbeheer worden
geschreven naar het gebeurtenissenlogboek van de PCoIP host- en portal-apparaten.
<Discovery> tabblad
Op het configuratietabblad <Discovery> kunt u functies activeren waarmee het vinden van portals in een PCoIP-systeem
wordt vereenvoudigd.
De Discovery-parameters kunnen eveneens geconfigureerd worden op de webpagina van de beheerdersinterface.
Afbeelding 2-7: <Discovery> configuratie
•
<Enable Discovery>
Als de optie <Enable Discovery> is ingeschakeld, kan het apparaat dynamisch peer-apparatuur detecteren met behulp
van SLP Discovery, zonder voorafgaande kennis van hun locatie in het netwerk. Met deze optie kunnen de configuratie-
en onderhoudstaken voor complexe systemen sterk worden verminderd.
SLP discovery vereist routers die geconfigureerd zijn om multicast toe te laten, op basis daarvan is DNS-SRV
Discovery het aanbevolen deteciemechanisme.
•
<Enable Host Discovery>
Met de functie <Enable Host Discovery> kan de portal hosts detecteren die niet aan een PCoIP-sessie deelnemen.
Als deze functie is ingeschakeld, kan de portal maximaal tien beschikbare hosts weergeven in de volgorde waarin ze
worden gevonden. Naar verwachting zal de functie <Enable Host Discovery> worden gebruikt bij kleine aantallen hosts.
<Session> tabblad
Via het tabblad <Session> kan de beheerder configureren op welke wijze het apparaat verbinding maakt met peer-apparaten.
De sessieparameters kunnen eveneens geconfigureerd worden op de webpagina van de beheerdersinterface.
Afbeelding 2-8: <Session> configuratie
De software installeren
4-1