HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST
gingsbanden alle banden de door JLG geadviseerde
bandenspanning hebben. Vanwege kleine afwijkingen in de ban-
denmaat tussen de verschillende merken moeten alle banden op
eenzelfde as identiek zijn.
Wielmontage
Het is van het grootste belang dat de wielen met het juiste aan-
haalmoment worden vastgezet en vast blijven zitten.
WIELMOEREN MOETEN WORDEN VASTGEZET MET HET JUISTE AAN-
HAALMOMENT EN DIT MOET GEHANDHAAFD BLIJVEN OM LOSZIT-
TENDE WIELEN, GEBROKEN TAPEINDEN EN MOGELIJK ZELFS VAN DE
AS LOSKOMENDE WIELEN TE VOORKOMEN. ZORG ERVOOR DAT U
UITSLUITEND MOEREN GEBRUIKT DIE PASSEN BIJ DE CONUSHOEK
VAN HET WIEL.
Zet de wielmoeren vast met het juiste aanhaalmoment om te
voorkomen dat er wielen kunnen loskomen. Gebruik een
momentsleutel voor het aanhalen van het bevestigingsmateriaal.
Indien u geen momentsleutel hebt, zet dan het bevestigingsma-
teriaal vast met een wielmoersleutel en laat onmiddellijk in een
werkplaats of bij de dealer de wielmoeren vastzetten met het
juiste aanhaalmoment. Door te vast aanhalen kunnen de tapein-
den breken of de montagegaten in de wielen permanent ver-
vormd raken. De juiste procedure voor het monteren van de
wielen is als volgt:
6-14
1. Draai alle moeren eerst met de hand aan zodat deze niet
scheef komen te zitten. Breng GEEN smeermiddel aan
op draadgangen of moeren.
2. Haal de moeren aan in onderstaande volgorde:
3
– JLG Hoogwerker –
1
6
4
5
2
PATROON
MET 6 WIELMOEREN
3122613