4. Installeer een geel/groen gekleurde aarddraad:
Als de aarddraad te kort is, sluit dan op een mechanische manier een verlenging aan en wikkel deze in met isolatietape
(graaf de aansluiting niet in) .
Bevestig de aarddraad met krammen .
• A ls de aardelektrode wordt geïnstalleerd in een omgeving met veel verkeer, dient de draad stevig te worden
aangesloten .
5. Controleer de installatie nauwkeurig door de aardverspreidingsweerstand te meten met een aardingsweerstandmeter. Als
de weerstand boven het vereiste niveau ligt, plaatst u de elektrode dieper in de grond of gebruikt u meer aardelektroden.
6. Sluit de aarddraad aan op de kast met elektrische componenten in de buitenunit.
Werking testen
1. Controleer de voeding tussen de buitenunit en de extra aardlekschakelaar.
1-fasevoeding: L, N
3-fasevoeding : R,S,T,N
2. Controleer de binnenunit.
1) Controleer of u de voedings- en communicatiekabels goed hebt bevestigd . (Als de voedingskabel en
communicatiekabel zijn verwisseld of verkeerd zijn aangesloten, raakt de printplaat beschadigd . )
2) Controleer of de thermistorsensor, de afvoerpomp/-slang en het display goed zijn aangesloten .
3. Druk op K1 of K2 op de printplaat van de buitenunit om de testmodus en stop uit te voeren.
Druk op de toets K1 Verwarmingstestmodus starten Druk op de toets K1 Stoppen Verwarmingstestmodus
7-seg display:
Druk op de toets K2 Koeltestmodus starten Druk op de toets K2 Stoppen Koeltestmodus 7-seg display:
Druk twee keer op de toets K1 Ontdooiingstestmodus starten Druk op de toets K1 Stoppen
Ontdooiingstestmodus 7-seg display:
Druk twee keer op de toets K2 Modus Inverter Checker (Gelijkstroom-wisselstroomomzetter controleren) starten Druk
op de toets K2 Stoppen Modus Inverter Checker (Gelijkstroom-wisselstroomomzetter) 7-seg display:
(Uitsluitend voor service (AC✴✴✴HCA✴✴H, AC✴✴✴JXA✴✴H, AC100JXADEH1))
Conditie 1: De buitentemperatuur is minder dan 10 °C
Conditie 2: Alle temperatuurcondities dienen te voldoen aan de ontdooiingscondities
(uitgezonderd AC
HCA
✴✴✴
4. Controleer na 12 minuten stationair de luchtbehandeling van elke binnenunit:
Koelmodus (binnenunitcontrole) Luchttemperatuur bij inlaat - Luchttemperatuur bij uitlaat : Van 10 °C tot 12 °C
Verwarmingsmodus (binnenunitcontrole) Luchttemperatuur bij uitlaat - Luchttemperatuur bij inlaat : Van 11 °C tot 14 °C
In de verwarmingsmodus kan de motor van de binnenventilator uitgeschakeld blijven om te voorkomen dat koude
lucht in de gecontroleerde ruimte komt .
5. Hoe u de voeding van de buitenunit opnieuw instelt en de ecomodus (stand-bymodus) deactiveert:
Buitenunits type A, B en C:
Druk gedurende meer dan 1 seconde op toets [K3] om de voeding van de buitenunit opnieuw in te stellen en de
ecomodus (stand-bymodus) te deactiveren Alleen voor modellen uit deze series: AC090FCA, AC100FCA,
RC090, RC100, RC125, RC140, ACHCAH, ACJXAH, AC100JXADEH1 .
Buitenunit
H, AC
JXA
H, AC100JXADEH1)
✴✴
✴✴✴
✴✴
ON
1 2 3 4
Buitenunit
(uitsluitend AC
HCA
H, AC
✴✴✴
✴✴
ON
1 2 3 4
JXA
H, AC100JXADEH1)
✴✴✴
✴✴
ON
1 2 3 4
33