Aansluiting van de voedingsterminal
Gebruik de aansluitklemmen om de kabels aan te sluiten op het aansluitblok .
Dek af met een soldeervrije aansluitring en een aansluitgedeelte van de voedingskabel en sluit deze vervolgens aan .
Voorge-
Nominale
schreven
afmetingen
Standaard-
kabelaf-
van de
afmetingen
metingen
schroef
[mm(inch)]
2
2
[mm
(inch
)]
[mm(inch)]
4(3/8)
9 . 5 (3/8)
4/6
(0 . 0 06/
0 . 0 09)
8(3/16)
15(9/16)
10(0 . 0 1)
8(3/16)
15(9/16)
16(0 . 0 2)
8(3/16)
16(10/16)
8(3/16)
12(1/2)
25(0 . 0 3)
8(3/16)
16 . 5 (10/16)
8(3/16)
16(10/16)
35(0 . 0 5)
8(3/16)
22(7/8)
50(0 . 0 7)
8(3/16)
22(7/8)
70(0 . 1 0)
8(3/16)
24(1)
Sluit alleen kabels aan die aan de classificatie voldoen .
Gebruik voor het aansluiten een sleutel die het opgegeven draaimoment op de schroeven kan uitoefenen .
Als de aansluiting los zit, kunnen er vonken ontstaan die brand kunnen veroorzaken . Als de aansluiting te vast wordt
gedraaid, kan het aansluitblok beschadigd raken .
M3
M4
M5
1N · m = 10 kgf · cm
• U kunt kabels aansluiten op het elektrische gedeelte of via de gaten eronder, afhankelijk van de locatie.
• Breng transmissiedraden aan tussen de binnen- en buitenunits via een kabelbuis ter bescherming tegen
externe invloeden, en voer de kabelbuis samen met de koelmiddelleidingen door de muur.
• V erwijder alle bramen aan de rand van het uitbreekplaatje en bevestig de kabel aan het uitbreekplaatje buiten via
hulzen met elektrische isolatie, zoals rubber of iets dergelijks .
• D e kabel moet in een afschermbuis blijven.
• H oud afstanden van 50 mm of meer aan tussen voedingskabel een communicatiekabel.
• N adat de kabels via het gat zijn aangesloten, kunt u de platen bodem verwijderen.
B
D
Standaard-
Tolerantie
Tolerantie
afmetingen
[mm(inch)]
[mm(inch)]
[mm(inch)]
±0 . 2
+0 . 3 (+0 . 0 11)
5 . 6 (1/4)
(±0 . 0 07)
-0 . 2 (-0 . 0 07)
±0 . 2
+0 . 3 (+0 . 0 11)
7 . 1 (1/4)
(±0 . 0 07)
-0 . 2 (-0 . 0 07)
±0 . 2
+0 . 3 (+0 . 0 11)
9(3/8)
(±0 . 0 07)
-0 . 2 (-0 . 0 07)
±0 . 3
+0 . 5 (+0 . 0 19)
11 . 5 (7/16)
(±0 . 0 11)
-0 . 2 (-0 . 0 07)
±0 . 3
+0 . 5 (+0 . 0 19)
13 . 3 (1/2)
(±0 . 0 11)
-0 . 2 (-0 . 0 07)
±0 . 3
+0 . 5 (+0 . 0 19)
13 . 5 (1/2)
(±0 . 0 11)
-0 . 2 (-0 . 0 07)
±0 . 4
+0 . 5 (+0 . 0 19)
17 . 5 (11/16)
(±0 . 0 15)
-0 . 4 (-0 . 0 15)
Aandraaimoment (kgf • cm)
5,0~7,5
12,0~18,0
20,0~30,0
Zilversoldeer
d1
E
F
Standaard-
Min.
Min.
Tolerantie
afmetingen
[mm
[mm
[mm(inch)]
[mm(inch)]
(inch)]
(inch)]
5
(3/16)
±0 . 2
6
3 . 4 (1/8)
(±0 . 0 07)
(1/4)
9
(3/8)
±0 . 2
7 . 9
9
4 . 5 (3/16)
(±0 . 0 07)
(5/16)
(3/8)
±0 . 2
9 . 5
13
5 . 8 (1/4)
(±0 . 0 07)
(5/16)
(1/2)
15
(5/8)
±0 . 2
11
7 . 7 (5/16)
(±0 . 0 07)
(3/8)
13
(1/2)
13
(1/2)
±0 . 2
12 . 5
9 . 4 (3/8)
(±0 . 0 07)
(1/2)
13
(1/2)
±0 . 3
17 . 5
14
11 . 4 (7/16)
(±0 . 0 11)
(11/16)
(9/16)
±0 . 4
18 . 5
20
13 . 3 (1/2)
(±0 . 0 15)
(3/4)
(3/4)
Communicatie: F1, F2
3-fase wisselstroom: 1(L), 2(N), L
1-fase wisselstroom: 1(L), 2(N), L, N
L
d2
Max.
Standaard-
Tolerantie
[mm
afmetingen
[mm(inch)]
(inch)]
[mm(inch)]
(inch)]
20
4 . 3
+ 0 . 2 (+0 . 0 07)
(3/4)
(3/16)
0(0)
(0 . 0 3)
28 . 5
8 . 4
+ 0 . 4 (+0 . 0 15)
(1-1/8)
(1-3/16)
0(0)
30
8 . 4
+ 0 . 4 (+0 . 0 15)
(1-3/16)
(1-3/16)
0(0)
(0 . 0 4)
33
8 . 4
+ 0 . 4 (+0 . 0 15)
(1-5/16)
(1-3/16)
0(0)
(0 . 0 5)
8 . 4
(1-3/16)
34
+ 0 . 4 (+0 . 0 15)
(1-3/8)
0(0)
(0 . 0 6)
8 . 4
(1-3/16)
38
8 . 4
(1-1/2)
(1-3/16)
+ 0 . 4 (+0 . 0 15)
0(0)
(0 . 0 7)
43
8 . 4
(1- 11/16)
(1-3/16)
50
8 . 4
+ 0 . 4 (+0 . 0 15)
(2)
(1-3/16)
0(0)
(0 . 0 7)
51
8 . 4
+ 0 . 4 (+0 . 0 15)
(2)
(1-3/16)
0(0)
(0 . 0 78)
(R), L
(S), L
(T), N
1
2
3
t
Min.
[mm
0 . 9
1 . 1 5
1 . 4 5
1 . 7
1 . 8
1 . 8
2 . 0
17