Vacuümdrogen
Gebruik alleen het speciale gereedschap voor het koelmiddel R-410A, om het
binnendringen van vreemde stoffen te voorkomen en om de interne druk op te
vangen.
Gebruik de vacuümpomp met de keerklep om te voorkomen dat er olie van de pomp
terugstroomt wanneer de vacuümpomp wordt gestopt.
Gebruik een vacuümpomp die een waarde van 666,6 Pa (5 mm Hg) kan bereiken.
Sluit de serviceklep van de leiding aan de vloeistofkant en gaskant volledig wanneer u
de luchtdichtheidstest uitvoert of de leidingen ontlucht.
Sluit de manometer aan op de vloeistof- en
gasleiding.
Gebruik een vacuümpomp om de vloeistof-
en gasleiding te ontluchten.
Trek de leidingen minimaal 2 uur en 30
minuten vacuüm.
Controleer of de vacuümmeter een waarde
van -100,7 kPa (meterdruk) heeft bereikt en
sluit vervolgens de klep.
Controleer of de druk van -100,7
kPa (meterdruk), 5 torr. een uur lang
gehandhaafd blijft.
Drukverhoging
Nee
Vul extra koelmiddel bij op basis van de
lengte van de leidingen
Nee
• Als de druk binnen een uur stijgt, blijft er water in de leiding staan of is er een lek.
VOORZICHTIG
Zorg ervoor dat u een keerklep installeert om te voorkomen dat
er olie van de pomp in de leiding stroomt.
De tijd die nodig is om de leidingen ontluchten is afhankelijk
van de lengte van de leidingen en de buitentemperatuur.
Ontlucht voor minimaal 2 uur en 30 minuten.
Gebruik de vacuümmeter om de vacuümdruk te controleren.
Controleer het gaslek.
Ja
Vacuümeffect opgeheven door vocht in
de leidingen
• Breng op druk met stikstofgas van
0,05 MPa (meterdruk).
Trek de leiding weer vacuüm tot een
waarde van -100,7 kPa (meterdruk), 5 torr
(minimaal 2 uur) en evalueer het vacuüm.
NEDERLANDS-31
Lagedrukkant
Onderhoudspoort
Drukverhoging
Manometer
Hogedrukkant
Leiding
gaszijde
Leiding
vloeistofzijde
Vacuümpomp
Ja