CC3020
Stap "Regeneratie"
Indien de externe besturing de regeneratie heeft gestart en dit ook aangeeft via
de ingang "regeneratie detectie " dan zal de stap "Regeneratie" geactiveerd zijn.
Het spoelventiel en de uitgang "regeneratie start" zijn niet geactiveerd.
De besturing blijft in deze stap zolang de ingang "regeneratie detectie " actief is.
Zodra de ingang niet meer actief is, zal worden gecontroleerd of een naspoeling
moet worden gedaan of dat weer kan worden teruggekeerd naar de stap
"Bewaking". De naspoelfunctie kan worden geactiveerd in stap 7.1.
De volgende waarden worden bewaakt :
Ingang "regeneratie detectie"
-
Stap "Naspoelen"
In stap 7.1 kan worden ingesteld of na de regeneratie, een naspoeling dient
plaats te vinden. Tijdens "Naspoelen" wordt de geleidendheid van het water
gecontroleerd.
Het spoelventiel is geopend en de uitgang "regeneratie start" is niet geactiveerd.
De volgende waarden worden bewaakt :
De minimale geleidendheid (stap 3.2 / 3.3)
-
De maximale geleidendheid (stap 7.2 / 7.3)
-
Ingang "regeneratie detectie"
-
Indien de geleidendheid gedurende de spoeltijd boven de ingestelde grenswaarde
blijft dan zal naar de stap "Spoelen alarm" worden gegaan.
Algemene beschrijving
5