Inhoudsopgave
Advertenties
Een uitvoerlocatie kiezen
De printer beschikt over twee uitvoerlocaties; de achteruitvoer (bedrukte
zijde naar boven) en de uitvoerlade (bedrukte zijde naar beneden).
Standaard wordt uitvoer naar de uitvoerlade gestuurd. Controleer
of de achteruitvoer is gesloten als u de uitvoerlade wilt gebruiken.
Opmerkingen
• Als er bij gebruik van de uitvoerlade problemen zijn met het
papier, bijvoorbeeld doordat het te veel krult, helpt het misschien
wanneer u de achteruitvoer gebruikt.
• Om vastlopen van het papier te voorkomen, mag u de
achteruitvoer niet openen of sluiten terwijl de printer bezig
is met afdrukken.
1
2
1
achteruitvoer
2
uitvoerlade
5.8
Afdrukken via de uitvoerlade
In de uitvoerlade worden de afdrukken met de bedrukte zijde naar beneden
gelegd in de volgorde waarin deze zijn afgedrukt. De uitvoerlade wordt
voor de meeste afdruktaken gebruikt.
Afdrukken via de achteruitvoer
Papier komt met de bedrukte zijde omhoog uit de achteruitvoer.
Door af te drukken vanuit de multifunctionele lade naar de achteruitvoer
wordt een rechte papierbaan gevormd. Gebruik van de achteruitvoer
in combinatie met speciale afdrukmaterialen kan voor een betere
afdrukkwaliteit zorgen.
Als u de achteruitvoer wilt gebruiken, opent u deze door de klep omlaag
te trekken en het verlengstuk uit te trekken.
Voorzichtig
• De fixeereenheid in de achteruitvoer van de printer wordt zeer
warm tijdens gebruik. Houd daar rekening mee bij het gebruik
van de achteruitvoer.
<Afdrukmedia plaatsen>
(bedrukte zijde omlaag)
(bedrukte zijde omhoog)
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
