5 Elektrische aansluitingen
Algemeen
VOORZICHTIG!
Elektrische aansluitingen moeten worden gemaakt in
overeenstemming met de installatiehandleiding van
de binnenunit.
•
Ontkoppel binnenunit en buitenmodule METRO-
AIR L voordat u de isolatie in het gebouw gaat
testen.
•
Kijk voor de zekeringcapaciteit bij de technische
gegevens bij "Zekering".
•
Als het gebouw is uitgerust met een aardlekscha-
kelaar, moet de METROAIR L worden voorzien
van een afzonderlijke aardlekschakelaar.
•
De aansluiting mag niet worden uitgevoerd zon-
der toe- stemming van de energieleverancier en
moet plaatsvinden onder toezicht van een erken-
de elektricien.
•
Breng de kabels zo aan dat ze niet beschadigd
raken door scherpen metalen onderdelen of bek-
lemd zitten tussen panelen.
•
De METROAIR L is voorzien van een enkelfasige
compressor. Dat houdt in dat een van de fasen ti-
jdens bedrijf van de compressor met een bepaald
aantal A wordt belast. Con- troleer de max. bela-
sting in de tabel hieronder.
L6.1 Split
L10.1 Split
Buitendeel
L6.1 Split
L10.1 Split
•
De max. toegestane fase-afname kan worden
beperkt tot een lagere max. stroom in het binnen-
deel of de bedienings- module.
VOORZICHTIG!
De elektrische installatie en het onderhoud moeten
worden uitgevoerd onder toezicht van een erkend
elektrotechnisch installateur. Schakel, voordat u met
het onderhoud aanvangt, de stroom uit met de aard-
lekschakelaar. De elektrische installatie en de bedra-
ding moeten worden uitgevoerd conform de geldende
landelijke voorschriften.
VOORZICHTIG!
Controleer voordat het apparaat wordt gestart de
aansluitingen, de netspanning en de fasespanning
om schade aan de elektronica van de lucht-/wa-
ter-warmtepomp te voorkomen.
Hoofdstuk 5 |
Maximale stroom (A)
15
16
Elektrische aansluitingen
17