Gebruikersdocumentatie
Aanhangwagen types BL, C, D, E, G, Hen AL
2.
VEILIGHEID
2.1
INLEIDING
Deze aanhangwagen is zodanig ontworpen en gebouwd dat ze veilig gebruikt en
onderhouden kan worden. Dit geldt voor de toepassing, de omstandigheden en de
voorschriften zoals in deze documentatie beschreven. Het lezen van deze
documentatie en het opvolgen van de instructies zijn dus noodzakelijk voor iedereen
die met of aan deze aanhangwagen werkt. Bij professioneel gebruik is het de
verantwoordelijkheid van de werkgever dat deze instructies bekend zijn en nageleefd
worden.
Er kunnen extra veiligheidsmaatregelen voorgeschreven zijn door het bedrijf of het land
waar de aanhangwagen in gebruik is. Dit betreft met name de arbeidsomstandigheden.
Deze documentatie beschrijft niet hoe hier aan voldaan moet worden. Wel wordt de
benodigde informatie over de aanhangwagen gegeven. Raadpleeg bij twijfel uw
overheid of veiligheidsfunctionaris.
Er wordt in deze documentatie onderscheid gemaakt tussen normaal gebruik (zie
hoofdstuk 3: Bedieningsvoorschriften) en overige werkzaamheden (zie hoofdstuk 4)
aan de aanhangwagen. De reden hiervan is dat er, vooral ook met het oog op
veiligheid, aan het servicepersoneel andere eisen gesteld worden, dan aan de
bedieners.
De eenvoudige onderhoudswerkzaamheden die vermeld zijn bij de
bedieningsvoorschriften kunnen wel door de bedieners uitgevoerd worden.
Werkzaamheden die niet in de bedieningsvoorschriften omschreven staan, mogen
alleen uitgevoerd worden door terzake deskundig personeel. De middelen die zijn
bijgeleverd om de toegang tot bepaalde gedeeltes of functies te beperken (zoals de
sleutel van de hoofdschakelaar) mogen niet op of bij de aanhangwagen bewaard
worden. Alleen personen met de vereiste kennis mogen hierover beschikken.
2.2 VEILIGHEIDSREGELS
•
Zorg ervoor dat onbevoegden, zoals bijvoorbeeld kinderen, de kipinrichting niet
kunnen bedienen. Als er geen toezicht is op de aanhanger moet de sleutel van
de hoofdschakelaar afgenomen worden.
•
Alleen personen, die de bedieningsvoorschriften gelezen en begrepen hebben,
mogen de aanhangwagen bedienen.
•
De kipinrichting mag alleen gebruikt worden als de aanhangwagen stilstaat, op
de rem staat, en aangekoppeld is.
•
Klim niet op de aanhanger als de kipinrichting gebruikt wordt.
•
Zorg ervoor dat er bij het storten zich geen personen op de stortplek bevinden.
•
Veiligheidsvoorzieningen mogen niet verwijderd of buiten werking gesteld
worden.
•
Houd de werkplek schoon en vrij van obstakels.
•
Zorg voor voldoende omgevingsverlichting.
•
Let op voor beknelling tussen laadbak en frame of zij- voor- en achterkleppen.
Wagenbouw HAPERT
10