Inhoudsopgave
Advertenties
B
EDIENINGSHANDLEIDING
B)
Inbouw van de afsluiter in de pijpleiding / druktest
Deze handleiding bevat veiligheidsaanbevelingen tegen te voorziene risico's bij
het inbouwen van de afsluiter in een (pijpleidings-)systeem.
Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker, de onderstaande aanwijzingen voor an-
dere specifieke ter plaatse geldende risico's zelf aan te vullen, vooropgesteld dat het
systeem voor het overige dan reeds aan alle vereiste randvoorwaarden voldoet.
B1
Veiligheidstips voor het inbouwen
De inbouw van afsluiters in het system mag uitsluitend door deskundig personeel
•
worden verricht. Deskundig in de zin van deze handleiding zijn personen, die op
grond van hun opleiding, vakkennis en beroepservaring de hun opgedragen
werkzaamheden juist kunnen beoordelen, correct uitvoeren en mogelijke gevaren
kunnen herkennen en elimineren.
De
•
<beoogde toepassing> overeenstemmen, die in Artikel A2 beschreven staat.
Een afsluiter die niet door een bediening in een (willekeurige) positie geblokkeerd
•
is, mag niet met druk belast worden.
Het bedienen van een aandrijving, die op een aflsluiter is opgebouwd, is alleen
•
toegestaan, wanneer de afsluiter aan beide zijden door een leidingsegment of
apparaat omsloten is – iedere eerdere bediening betekent een afknelgevaar en valt
uitsluitend onder de verantwoordelijkheid van de gebruiker.
Een afsluiter, die als <eindafsluiter> een leidingssectie onder druk naar buiten toe
•
afsluit, moet door middel van een blindflens zodanig zijn beveiligd, dat lekkage naar
buiten toe onmogelijk is.
•
B2
Suggesties voor het inbouwen in de pijpleiding
Wees er zeker van, dat alleen vlinderkleppen worden ingebouwd, waarvan drukklasse en mate-
•
riaalsamenstelling overeenkomen met minimum eisen. Zie hiervoor de betreffende markeringen op
het typeplaatje (Atrikel A3)
In de regel moet de vlinderklep ofwel van handgreep/wormkast-handwiel, of anders van een
•
aandrijving worden voorzien en bedrijfsklaar afgesteld zijn. Slechts bij uitzondering wordt een klep
voor latere opbouw zonder aandrijving geleverd.
Een vlinderklep, zonder herkenbare transportschade, moet bij opslag en vervoer in der fabrieks-
•
verpakking blijven en niet eerder dan voor de inbouw in de leidingsectie worden uitgepakt.
De buitenrand van de klepschijf is fijn bewerkt om de dichtheid van de
(gesloten) vlinderklep te garanderen. Wees er zeker van, dat dit
oppervlak bij de handelingen tijdens de inbouw niet beschadigd wordt.
Voorzichtig
Geflenste vlinderkleppen moeten aan of tussen flenzen volgens EN 1092-1 of EN 1759-1
•
ingebouwd worden, met pakkingvlakken Vorm A of B, die aan elkaar parallel moeten liggen en
onderling in lijn. De toepassing van andere flenzen en/of andere pakkingvlak-vormen moet in de
opdrachtbevestiging van de fabrikant EBRO Armaturen bevestigd staan.
De doorlaatmaat van de tegenflenzen moet voldoende ruimte bieden aan het geopende klepblad,
•
zodat dit bij het uitzwenken niet beschadigt en daardoor onbruikbaar wordt.
Zie tabel.
C
ENTRISCHE
na
inbouw
beoogde
Afhankelijk van het type kunnen de maten afwijken
V
S
LINDERKLEPPEN
functie
van
een
5
Pagina
Z, F, M, T, TW, BE
ERIE
afsluiter
moet
met
de
Advertenties
Inhoudsopgave
