E
F
G
B
H
I
J
leeg
vol
1
102
E Open de deksel van de wisseltank H en verwijder het stukje karton.
Wanneer de linkerzijde van de grille uit de gaten genomen is, dan eerst het
bovenste afgeplatte uiteind van de grille in het bevestigingsgat linksonder
plaatsen en vervolgens het andere afgeplatte eind in het onderste linkse beves-
tigingsgat plaatsen (fig. E).
3
Vul de wisseltank zoals aangegeven in hoofdstuk B.
4
Plaats de batterijen in de daarvoor bestemde houder L aan de achterzijde
van de kachel (fig. G). Let op de + en - polen.
5
De vloer moet stevig en waterpas zijn. Verplaats de kachel als deze niet
waterpas staat. Probeer dit niet te corrigeren door er boeken of iets anders
onder te leggen.
6
Uw kachel is nu gebruiksklaar.
VULLEN MET BRANDSTOF
Vul de wisseltank op een geschikte plaats (er kan altijd een beetje gemorst wor-
den). U gaat daarbij als volgt te werk:
1
Zorg dat de kachel uit is.
2
Open het deksel en til de wisseltank uit de kachel (fig. H). Let op: de tank kan
even nadruppelen. Zet de wisseltank neer (dop naar boven, handvat naar
beneden) en schroef de tankdop eraf.
3
Vul de uitneembare tank met behulp van een brandstofpomp (bekijk de
instructies van de brandstofpomp). Zorg dat deze hoger staat dan de wissel-
tank (fig. I). De geribbelde slang steekt u in de opening van de wisseltank.
4
Let tijdens het vullen op de brandstofmeter van de wisseltank (fig. J). Als u
ziet dat deze vol is, stop dan met vullen. Maak de tank nooit te vol. Vooral
niet als de brandstof erg koud is (brandstof zet uit als deze warmer wordt).
5
Laat de brandstof die nog aanwezig is in het pompje, terugstromen in de jer-
rycan en verwijder het pompje voorzichtig. Schroef de tankdop nauwkeurig
op de tank. Veeg eventueel gemorste brandstof weg.
6
Controleer of de tankdop recht zit en goed is aangedraaid. Plaats de wissel-
tank weer in de kachel (dop naar beneden). Sluit het deksel.