15.5
DIP-schakelaars instellen
De DIP-schakelaars zitten op de printplaten A1P, A2P (SV6~8A).
A B C D
E F G H
a
H
G
F
E
D
C
b
B
A
A1P
c
a
Klem voor bedrading tussen units naar binnenunit
b
Aftakkingsleidingpoort (A, B, C, ...)
c
DIP-schakelaars
DIP-schakelaars instellen voor poorten van aftakkingsleidingen
waarop GEEN binnenunit is aangesloten
Instelling voor poorten van aftakkingsleidingen waarop GEEN
binnenunit is aangesloten
DS1 (A1P)
1
2
3
SV1A
A
SV4A
B
C
SV6A
SV8A
Doel poort aftakkingsleiding
(a)
ON=NIET aangesloten / OFF=aangesloten (fabrieksinstelling)
Opmerking: Voor de SV1A-unit is geen instelling van de DIP-
schakelaars vereist. De standaard fabrieksinstelling kan worden
gebruikt voor elke op de aftakkingspoort aangesloten binnenunit.
Voorbeeld
Wanneer u een binnenunit aansluit op
poorten aftakkingsleiding A en B, maar
NIET wanneer u een binnenunit aansluit
op poorten aftakkingsleiding C en D.
DIP-schakelaars instellen bij het op elkaar aansluiten van
poorten aftakkingsleiding
Dit is vereist voor aansluiting van bijv. FXMA200 en FXMA250.
Instelling bij op elkaar aansluiten van poorten
aftakkingsleiding
DS2 (A1P)
1
SV1A
SV4A
A+B
SV6A
SV8A
Poorten doel aftakkingsleiding
(a)
ON=op elkaar aangesloten / OFF=NIET op elkaar aangesloten
(fabrieksinstelling)
Opmerking: Voor het op elkaar aansluiten van poorten van
aftakkingsleidingen zijn ALLEEN de combinaties in de bovenstaande
tabel mogelijk. Bijv.: poort B en C kunnen bijvoorbeeld NIET op
elkaar worden aangesloten.
SV1A25AJV1B+SV4~8A14AJV1B
VRV 5 veiligheidsklepunit
4P709466-1 – 2023.09
A2P
DS1
DS2
ON
ON
OFF
OFF
1
2
3
4
1
2
3
4
(a)
DS1 (A2P)
4
1
2
3
D
E
F
G
DS1 (A1P)
1
2
3
4
(a)
DS2 (A2P)
2
1
2
C+D
E+F
G+H
Voorbeeld
Bij op elkaar aansluiten van poorten van
aftakkingsleidingen A en B.
Voorbeelden
1. Wanneer u een binnenunit aansluit op poorten
aftakkingsleiding A, B en D, maar NIET wanneer u
een binnenunit aansluit op poort
aftakkingsleiding C.
2. Wanneer u poorten aftakkingsleiding A en B op
elkaar aansluit. Een binnenunit aansluiten op de
op elkaar aangesloten poorten aftakkingsleiding A
en B, ook op poort aftakkingsleiding C, maar NIET
wanneer u een binnenunit aansluit op poort
aftakkingsleiding D.
15.6
Externe outputs aansluiten
FAN-output (afvoerventilator)
De FAN-output is een contact op de klem X6M dat sluit wanneer een
lek is gedetecteerd of in het geval van een storing of het loskomen
van de R32-sensor in de SV-unit.
De FAN-output moet worden gebruikt wanneer een geventileerde
omkasting is vereist (zie
bepalen" [ 4 14]).
X6M
4
1 2
1
2
FAN
SVS
b
a
H
a
FAN-outputklemmen (1 en 2)
b
Kabel naar afvoerventilatorcircuit
Selecteer en dimensioneer de bedrading conform de geldende
wetgeving op basis van de informatie in de onderstaande
opmerking:
OPMERKING
ON
De
FAN-output
OFF
220~240 V AC – 0,5 A.
Gebruik de FAN-output NIET als rechtstreekse voeding
voor de ventilator, maar gebruik de output als voeding voor
een relais dat het ventilatorcircuit aanstuurt.
X6M
(FAN)
VOORBEELD
1
b
2
a
a
FAN-outputklem
b
Relais
c
Voeding afvoerventilator
d
Afvoerventilator
SVS-output (extern alarm)
De SVS-output is een potentiaalvrij contact op de klem X6M dat sluit
wanneer een koelmiddellek in de SV-unit wordt gedetecteerd.
De SVS-output moet worden gebruikt wanneer een extern alarm is
vereist (zie
"12.3 Vereiste veiligheidsmaatregelen
15 Elektrische installatie
DS2 (A1P)
1
2
DS1 (A1P)
1
2
DS2 (A1P)
1
2
DS1 (A1P)
1
2
DS2 (A1P)
1
2
"12.3 Vereiste veiligheidsmaatregelen
heeft
een
beperkt
vermogen
c
d
bepalen" [ 4 14]).
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
ON
OFF
3
4
ON
OFF
3
4
ON
OFF
3
4
ON
OFF
3
4
ON
OFF
3
4
van
37