Wanneer en hoe vaak maaien?
Het tijdstip en de toestand van het gras hebben grote
invloed op de resultaten die het maaien zal opleveren.
Het beste resultaat krijgt u als u zich aan de volgende
richtsnoeren houdt:
1. Maai het gras als het tussen 7,6 en 12,7 cm lang is.
2. Maai met scherpe maaibladen. Korte snippers van 2,5
cm of minder verteren sneller dan lange sprieten. Met
scherpe maaibladen wordt het gras gelijk en efficiënt
afgesneden, waardoor u geen gerafelde uiteinden krijgt
die schadelijk zijn voor het gras.
3. Maai op een ogenblik van de dag dat het gras koel en
droog is. De late namiddag of de vroege avond bieden
vaak die ideale maaiomstandigheden.
4. Vermijd het gras te maaien na regen of zware dauw.
Mulch nooit als het gras nat is (vochtig gras kan niet
goed worden gemulcht en vormt kluiten onder het
maaidek).
Maaipatronen
Begin altijd in een effen, vlak gebied te maaien.
De afmeting en het type van het gebied dat moet worden
gemaaid zijn bepalend voor het maaipatroon dat u het
beste kan gebruiken. U dient ook rekening te houden
met hindernissen zoals bomen, hagen, gebouwen en
omstandigheden zoals glooiingen en hellingen.
1. Maai lange rechte banen die elkaar een klein stukje
overlappen.
2. Verander indien mogelijk van patroon om mattering,
verkorreling of een golvend uitzicht te vermijden.
3. Voor een echt professionele maaibeurt maait u de
grasmat eerst in een richting en daarna nog eens maar
dan in een maairichting die loodrecht op de vorige
staat.
Waar mogelijk maait u een of twee banen langs de
buitenkant van het gebied waarbij u het gras NAAR
DE BINNENKANT over de grasmat verspreid om de
grassnippers van de omheining of paden te houden.
De rest van de grasmat moet in tegenovergestelde
richting worden gemaaid zodat de grassnippers
NAAR DE BUITENKANT worden verspreid over de
eerder gemaaide banen.
Maaimethodes
Correct maaien met zijdelingse afvoerverspreiding
Bij zijdelingse afvoerverspreiding worden fijne snippers
gelijkmatig over het volledige gazon verspreid. Deze
methode wordt gebruikt op vele golfbanen. Uw maaidek
heeft een diepe-schoteldek om een vrijere circulatie van de
grassnippers mogelijk te maken zodat zij gelijkmatig over
het gazon worden verspreid.
MOTORSNELHEID EN RIJSNELHEID VOOR
ZIJDELINGSE AFVOERVERSPREIDING
Laat de motor ALTIJD met VOLGAS draaien wanneer u
maait.
Gebruik ALTIJD een gepaste rijsnelheid voor de dikte en
de lengte van het gras dat u maait (3e versnelling of trager
bij modellen met manuele versnellingsbak). Als u de motor
hoort vertragen bent u te snel aan het maaien en zal u door
een tragere rijsnelheid te kiezen de maaibladen efficiënter
laten werken en vele vaak voorkomende maaiproblemen
voorkomen.
HOEVEEL GRAS AFMAAIEN WANNEER U
ZIJDELINGSE AFVOERVERSPREIDING GEBRUIKT?
Maai het gras als het 7,6 - 12,7 cm lang is. Maai het gras
NIET korter dan 5,1 - 6,4 cm. Maai NIET meer dan 2,5 cm
van het gras in een maaibeurt.
Gebruik
23