Veiligheidsvergrendel-
systeem
Uw zitmaaier is uitgerust met
veiligheidsvergrendelingsschakelaars. Deze
veiligheidssystemen zijn er voor uw veiligheid: probeer de
veiligheidsschakelaars niet te overbruggen en knoei niet
met de veiligheidsvoorzieningen. Controleer regelmatig of
ze nog correct werken.
Controle van de operationele VEILIGHEID
Test 1 — De motor mag NIET aanslaan
• de PTO-schakelaar geactiveerd is, OF
• de parkeerrem niet is ingeschakeld, OF
• de rij- en stuurhendels niet in de VRIJLOOPSTAND
staan.
Test 2 — De motor MOET aanslaan
• de PTO-schakelaar NIET geactiveerd is, EN
• de parkeerrem is ingeschakeld, EN
• de rij- en stuurhendels in de VRIJLOOPSTAND
vergrendeld zijn.
Test 3 — De motor moet AFSLAAN
• de bestuurder zijn stoel verlaat terwijl de PTO
ingeschakeld is OF
• de bestuurder zijn stoel verlaat terwijl de handrem
uitgeschakeld is OF.
• de bestuurder de rij- en stuurhendels uit de
vrijloopstand beweegt alvorens de parkeerrem uit te
schakelen.
Test 4 — Controle van remwerking van het maaidek
De maaibladen en de aandrijfriem van het maaidek
moeten volledig tot stilstand komen binnen de zeven (7)
seconden nadat de elektrische PTO-schakelaar wordt
uitgeschakeld (of de bestuurder van zijn stoel opstaat).
Als aandrijfriem van het maaidek niet binnen de zeven
(7) seconden stopt, neemt u contact op met uw verdeler.
OPMERKING: Wanneer de motor eenmaal is afgeslagen
moet de PTO-schakelaar worden uitgezet, moet
de parkeerrem worden geactiveerd en moeten de
rij- en stuurhendels in de VRIJLOOPSTAND worden
vergrendeld wanneer de bestuurder opnieuw op de stoel
plaatsneemt om de motor te starten.
WAARSCHUWING
Als uit een test blijkt dat niet alle
veiligheidsvoorzieningen correct werken,
mag u de zitmaaier niet gebruiken. Neem
contact op met uw erkende verdeler.
Probeer in geen geval het doel van het
veiligheidsvergrendelingssysteem te omzeilen.
Gebruiksveiligheid
15