1
4
6
8
1. WAARSCHUWING: lees en begrijp de
gebruikershandleiding voordat u deze machine
gebruikt. Weet waar alle bedieningselementen
zich bevinden en hoe deze werken. Gebruik deze
machine alleen als u voldoende kennis hebt.
2. WAARSCHUWING: raadpleeg de technische
documentatie voordat u technische reparaties of
onderhoud verricht. Als u de machine verlaat, schakel
de motor dan uit, trek de handrem aan en verwijder
de contactsleutel.
3. GEVAAR - GEVAAR VOOR AMPUTATIE EN
AFSCHEUREN VAN LEDEMATEN: om letsel van
ronddraaiende snijmessen en bewegende delen te
voorkomen, moeten de veiligheidsvoorzieningen
(beschermplaten, schermen en schakelaars)
aanwezig zijn en goed werken.
4. GEVAAR - VERLIES VAN TRACTIE, STABILITEIT,
STUREN EN BEDIENEN OP HELLINGEN: als de
machine op een helling niet meer vooruit rijdt en
begint weg te glijden, stop dan de snijmessen en rijd
langzaam de helling af.
5. GEVAAR - AMPUTATIEGEVAAR: maai niet als
kinderen of andere personen in de buurt zijn. Laat
niemand meereden, met name kinderen, zelfs als de
snijmessen zijn uitgeschakeld. Maai niet achteruit,
tenzij absoluut noodzakelijk. Kijk omlaag en achter u,
voordat en terwijl u achteruitrijdt.
6. GEVAAR - GEVAAR VOOR KANTELEN EN
WEGGLIJDEN: maai hellingen horizontaal, nooit op
en neer. Maai niet op hellingen van meer dan 15°.
2
7
9
Voorkom plotselinge en scherpe (snelle) bochten
op hellingen. Deze grenswaarde is afkomstig uit de
CEN-norm EN 836:1997, lid 5.2.2 en is gebaseerd
op de stabiliteitstest die in lid 4.2.4.2 van EN 836 is
beschreven. De 15° "stabiliteitsgrens" is gelijk aan
50% van de hoek waarbij de machine bij statische
tests werd gelanceerd. De werkelijke dynamische
stabiliteit kan verschillen afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden.
7. GEVAAR - GEVAAR VAN WEGVLIEGENDE
VOORWERPEN: Houd omstanders en kinderen op
een veilige afstand. Verwijder voorwerpen die door
het snijmes weggeslingerd kunnen worden. Maai
alleen met aangebrachte afvoertrechter.
8. GEVAAR - GEVAAR VAN WEGVLIEGENDE
VOORWERPEN: Maai niet zonder dat de
afvoertrechter of de gehele grasopvangzak is
aangebracht.
9. GEVAAR - GEVAAR VAN AMPUTATIE EN
WEGVLIEGENDE VOORWERPEN: Om letsel van
ronddraaiende snijmessen te voorkomen, mogen
u en anderen niet in de buurt van de rand van het
maaidek komen.
10. GEVAAR: BRANDGEVAAR: Zorg dat de machine
vrij is van gras, gebladerte en olieresten. Voeg geen
brandstof toe terwijl de motor draait of heet is. Stop
de motor en laat hem ten minste 3 minuten afkoelen
alvorens brandstof toe te voegen. Voeg nooit
brandstof toe binnenshuis of in een afgesloten trailer,
garage of andere afgesloten ruimtes. Neem gemorste
brandstof op. Rook niet als deze machine bedient.
Gebruiksveiligheid
3
5
10
13