Instellen van het akoestische signaal
Na het instellen van de eenheid volgt de instelling van het akoestische
signaal met "On" resp."OFF" (= "Aan" resp. "Uit"). Als het akoestische
signaal is ingeschakeld ("On") wordt in de volgende situaties een
akoestisch signaal afgegeven:
als de meter het plaatsen van een teststrip detecteert,
■
als het opwarmen van de teststrip is beëindigd en er een monster
■
moet worden opgebracht,
als de meter een monster detecteert,
■
als de resultaat op de display wordt weergegeven en
■
als er een fout is opgetreden (drie korte tonen).
■
Wij adviseren u om het akoestische signaal in principe ingeschakeld
te houden.
0n
15 Druk op de M-toets om
tussen "OFF" (Uit) en "On"
(Aan = fabrieksinstelling)
set
te wisselen.
16 Druk op de Set-toets om
de geselecteerde instelling
op te slaan. De display geeft
automatisch de volgende
instelmogelijkheid weer.
Instellingen van de meter
35