Nooit ...
... de meter bij extreme temperaturen bewaren.
■
... de meter zonder bescherming onder vochtige of klamme
■
omstandigheden bewaren.
... tijdens de uitvoering van een meting de codechip verwijderen
■
of plaatsen.
... een codechip uit een andere verpakking gebruiken.
■
... de teststrips tijdens een meting aanraken of verwijderen.
■
... na de vingerprik langer dan 15 seconden wachten met het
■
opbrengen van het bloed.
... extra bloed op de teststrip opbrengen, als de meting al is
■
begonnen.
... een meting uitvoeren met een bloeddruppel van een voorgaande
■
vingerprik.
Het niet opvolgen van bovengenoemde aanwijzingen
kan tot onjuiste meetresultaten leiden.
Bepaling van een monster capillair bloed
43