5 Telefoonge-
sprekken voeren
Opmerking
•
Tijdens een stroomstoring kunt u met de telefoon geen
alarmnummers bellen.
Tip
•
Controleer de signaalsterkte voordat u gaat bellen en
terwijl u een telefoongesprek voert. Raadpleeg voor
meer informatie 'De signaalsterkte controleren' in het
gedeelte Aan de slag.
Bellen
U kunt op de volgende manieren een oproep
plaatsen via de vaste lijn of de Bluetooth-lijn:
•
Direct kiezen
•
Nummer vooraf kiezen
•
Het laatste nummer herhalen
•
Kiezen vanuit de herhaallijst
•
Kiezen vanuit het telefoonboek
•
Kiezen vanuit de bellijst
Direct kiezen
1
U kunt een oproep plaatsen via de vaste
lijn:
•
Om een oproep te plaatsen via de
vaste lijn, drukt u op
handset of op
basisstation.
Opmerking
•
Controleer of de lijninstellingen zijn ingesteld op
[Vaste lijn] voor vaste lijnen. Zie 'Lijninstellingen' in het
hoofdstuk Telefooninstellingen voor meer informatie.
NL
22
/
op de
/HOME op het
2
Kies het telefoonnummer.
» Het nummer wordt gebeld.
» De duur van het huidige gesprek
wordt weergegeven.
Tip
•
Als u op de handset [Automatisch] selecteert,
wordt de niet-actieve lijn voor oproepen vooraf
geselecteerd. De [Vaste lijn] krijgt hierbij voorrang.
Selecteer vervolgens [Mobiel 1] en [Mobiel 2]. Als u
[Handmatig] kiest, kunt u een keuze maken tussen de
drie pictogrammen.
Nummer vooraf kiezen
1
Kies het telefoonnummer op de handset of
het basisstation.
•
Als u een cijfer wilt wissen, drukt u op
[Wis].
•
Als u een pauze wilt inlassen, houdt u
ingedrukt.
2
Druk op
/
Bluetooth-lijn (
u wilt gebruiken voor het plaatsen van een
oproep.
3
Vervolgens voert u een van de volgende
handelingen uit:
•
Druk op
•
Druk op
op het basisstation en kies een lijn of
mobiele telefoon om mee te bellen.
Opmerking
•
Controleer of de lijninstellingen zijn ingesteld op [Vaste
lijn] voor de vaste lijn of op [Mobiel 1]/[Mobiel 2] voor
de Bluetooth-lijn. Zie 'Lijninstellingen' in het hoofdstuk
Telefooninstellingen voor meer informatie.
om de vaste lijn of de
/
/
) te selecteren die
/
op de handset; of
/HOME of /MOBILE