8
Bedieningspaneel
Met de AAN/UIT toets wordt de afwasautomaat in en/of uitgeschakeld.
Met de programmatoetsen wordt het gewenste afwasprogramma gekozen.
Functietoetsen: Naast het aangegeven afwasprogramma kunnen met behulp
van deze toetsen de volgende functies worden ingesteld:
Controlelampjes hebben de volgende betekenis:
1) Deze controlelampjes branden niet tijdens het lopende afwasprogramma.
Programmatoetsen
1
2
Functietoetsen
Functietoets 1
Functietoets 2
Functietoets 3
1)
1)
3
Starttijdkeuze
instellen
Waterontharder instellen
niet in gebruik
Signaaltoon in en uitschakelen
Zout bijvullen
Glansmiddel bijvullen
Aantal uren
Controle
Starttijdkeuze
lampjes
Indicatie programma
einde