Problemen oplossen
Accu en stroombron
De accu kan niet worden geplaatst.
Plaats de accu op de juiste manier door op de hendel voor het uitwerpen van de accu te duwen.
•
De camera kan niet worden ingeschakeld.
Nadat u de accu in de camera hebt geplaatst, kan het even duren voordat u de camera kunt
•
inschakelen.
Plaats de accu op de juiste manier.
•
De accu is ontladen. Plaats een opgeladen accu.
•
De accu heeft het einde van de levensduur bereikt (pagina 123). Vervang de accu door een
•
nieuwe.
Gebruik een aanbevolen accu.
•
De camera wordt plotseling uitgeschakeld.
Als de camera is ingeschakeld en u deze gedurende drie minuten niet bedient, wordt de
•
camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu leegloopt. Schakel de camera
weer in.
De accu heeft het einde van de levensduur bereikt (pagina 123). Vervang de accu door een
•
nieuwe.
De aanduiding voor resterende acculading is onjuist.
Dit kan gebeuren wanneer u de camera op een zeer warme of koude plaats gebruikt.
•
De weergegeven resterende acculading verschilt van de werkelijke acculading. Ontlaad de
•
accu volledig en laad de accu weer op om de juiste lading weer te geven.
De accu is ontladen. Plaats een opgeladen accu.
•
De accu heeft het einde van de levensduur bereikt (pagina 123). Vervang de accu door een
•
nieuwe.
De accu kan niet worden opgeladen.
U kunt de accu niet opladen met de netspanningsadapter (niet bijgeleverd).
•
Stilstaande beelden/films opnemen
Het scherm wordt niet ingeschakeld, zelfs wanneer de voeding is ingeschakeld.
Schakel het scherm in (pagina 20).
•
De camera kan geen beelden opnemen.
Controleer de resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen of de "Memory Stick
•
Duo". Als deze vol is, voert u een van de volgende handelingen uit:
Verwijder overbodige beelden (pagina 35).
–
Plaats een andere "Memory Stick Duo".
–
106