Geavanceerde handelingen
De gewenste camerafunctie selecteren
De opnamefunctie instellen
Gebruik de modusschakelaar om de functie te selecteren.
Opnamefuncties voor stilstaande beelden
Er zijn drie opnamefuncties voor stilstaande beelden: Autom., Programma en
Scènekeuze. De functie Autom. is standaard ingesteld. Als u een andere functie dan
[Autom.] wilt instellen, voert u de onderstaande procedure uit.
1 Druk op
2 Raak
(Camera) aan.
3 Raak de gewenste functie aan.
Autom.: automatische instelfunctie
Hiermee kunt u gemakkelijk opnemen met instellingen die automatisch worden
aangepast (pagina 21).
Programma (P): geprogrammeerde automatische opnamefunctie
Hiermee kunt u opnemen terwijl de belichting automatisch wordt aangepast (zowel de
sluitertijd als de diafragmawaarde). U kunt ook verschillende instellingen selecteren
met het menu.
(Voor meer informatie over de beschikbare functies t (pagina 40)
Hiermee kunt u opnemen met vooraf ingestelde instellingen op basis van de scène
(pagina 29).
Weergeven/bewerken
28
(schermtoets).
: scènekeuzefunctie
-toets (schermtoets)
P
Films opnemen