Nederlands
LD-G-20
Werking
De locdecoder LD-G-20 is geschikt voor het gebruik in het DCC- format
en kan op één van de 127 basisadressen of op één van de 10.239 extra
adressen worden ingesteld. Hij is geschikt voor het aansturen door
centrales, die ingesteld zijn op 14, 28 of 128 rijstappen.
De decoder kan individueel worden aangepast door het instellen van de
configuratievariabelen. Het instellen van alle configuratievariabelen is
via de centrales die het CV programmeren ondersteunen mogelijk. Bij
centrales
die
alleen
dienen
voor
het
zogenaamde
register
programmeren
mogelijk
maken,
is
het
aantal
in
te
stellen
configuratievariabelen beperkt.
Automatische herkenning van de analoge mode
De decoder kan ook op analoge modelspoorbanen worden gebruikt, die
gevoed worden door een gelijkstroom rijregelaar. Zodra de loc op de
rails wordt gezet herkent de decoder automatisch of hij door een
analoog
of
digitaal
signaal
wordt
aangestuurd
en
stelt
de
overeenkomstige
bedrijfsmode
in.
Door
de
overeenkomstige
programmering kan de automatische herkenning van het analoog
bedrijf worden uitgeschakeld.
De decoder is niet geschikt voor gebruik op analoge modelspoorbanen
die gevoed worden door een wisselstroom rijregelaar.
In analoogbedrijf is de verlichting altijd aangeschakeld en wisselt
automatisch met de rijrichting. Het in- en uitschakelen van de
verlichting en van de extra functies is bij analoogbedrijf niet mogelijk.
Beveiliging tegen oververhitting
Zodra de toegestane bedrijfstemperatuur van de decoder (ca. 60 °C)
overschreden wordt schakelt de decoder automatisch uit. Zodra de decoder
weer afgekoeld is, gaat de loc weer rijden. In de meeste gevallen is de
oorzaak van een oververhitting een te hoge stroomafname van de motor.
Pagina 74