5.9.3
Installatie gasstraat
Onderbreek de stroomtoevoer met de hoofdscha-
kelaar van de inrichting.
GEVAAR
Controleer of geen gaslekken aanwezig zijn.
Let op voor de beweging van de gasstraat: gevaar
op beknelling van ledematen.
Controleer of de gasstraat correct geïnstalleerd is
en of er geen brandstoflekken zijn.
De gasstraat kan zowel links als rechts van de brander gemon-
teerd worden.
De gastoevoerleiding moet met de gasstraat verbonden worden
met behulp van de bijgeleverde gastoevoerflens 3) en de beves-
tigingsschroeven.
Er wordt aangeraden de schroeven kruiselings
aan te draaien.
Het is verboden het ventiel met de spoel naar be-
OPGELET
neden te installeren.
Sluit de 6-polige stekker 2)(Afb. 14) van de gasstraat aan op de
6-polige stekker 9)(Afb. 4 op pag. 10) van de brander.
Na de installatie moeten de dichting en de werking
van de gasstraat gecontroleerd worden.
OPGELET
Installatie
17
NL
20065572
Afb. 14
20146138