7.
Bediening
7.1
Inspectie voorafgaande aan gebruik
Controleer of:
• de reactiearm tegen een vast reactiepunt is geplaatst en aan het gereedschap is bevestigd.
• de moerdop de juiste maat heeft en aan het gereedschap is bevestigd.
• alle borgclips, borgpennen en borgschroeven zijn geplaatst en aan het gereedschap, de reactiearm en de
moerdop zijn bevestigd.
7.2
De accu opladen
1.
Sluit de voeding van de acculader op de houder van de
acculader (B) aan.
2. Sluit de voeding van de acculader op een geaard
wandstopcontact aan.
3. Sluit de accu (A) op de houder van de acculader (B) aan.
Verzeker u ervan dat u een klik hoort.
4. De LED van de voeding van de acculader geeft de laadstatus
weer. Zie LED-indicator op pagina 14.
5. Druk als de accu (A) maximaal is opgeladen op de
ontgrendelingsknop van de accu (C) en verwijder de accu
(A).
7.3
Het gereedschap starten
1.
Druk op een displayknop (B).
7.4
Automatisch uitschakelsysteem
Het gereedschap is uitgerust met een automatisch uitschakelsysteem. Het gereedschap schakelt nadat het drie minuten
niet actief is geweest uit. Voordat het gereedschap uitschakelt, worden de actieve waarden van alle parameters
opgeslagen.
Bediening
27