4. Reparatie en onderhoud. Alle onderdelen die
vervangen kunnen worden, staan duidelijk beschreven in
het hoofdstuk "Assemblage". Alle andere
machineonderdelen mogen alleen vervangen worden
door een erkend reparatiecentrum.
5. Kleding. Wanneer deze machine wordt gebruikt,
moet de gebruiker de volgende goedgekeurde
persoonlijke beschermende kleding dragen: nauw
aansluitende beschermende kleding,
veiligheidsschoenen met antislipzolen, kreukelvrije
teenbeschermers en
snijbestendige bescherming,
snijbestendige trillingsvrije
handschoenen,
veiligheidsbril of vizier,
oorbescherming en helm
(als er kans is op vallende
voorwerpen). Deze
bescherming is verkrijgbaar
van een
werkkledingleverancier.
6. Gezondheidswaarschuwingen – Trillingen en
geluidsniveau. Controleer of er lawaailimieten in de
onmiddellijke omgeving bestaan. Langdurig gebruik
van de machine stelt de operator bloot aan trillingen
die zogenaamde 'dode vingers' (fenomeen van
Raynaud), carpale tunne-syndroom en soortgelijke
aandoeningen kunnen veroorzaken.
7. Gezondheidswaarschuwingen – Chemische
stoffen. Gebruik de soort olie die door de fabrikant
wordt aanbevolen.
8. Gezondheidswaarschuwingen – Hitte. Tijdens het
gebruik bereiken het tandwiel en de ketting erg hoge
temperaturen. Raak deze onderdelen dus niet aan wanneer
ze heet zijn.
Voorzorgsmaatregelen voor transport en opslag.
Telkens wanneer van werklocatie
wordt veranderd, moet de stekker uit
het stopcontact worden gehaald en
moet de remhendel wordt gebruikt.
Breng de geleiderkap aan, telkens
wanneer de kettingzaag wordt
vervoerd of opgeborgen. Draag de
machine altijd met de hand met de
geleider naar achteren gekeerd. Als
de machine in een voertuig wordt
vervoerd, moet hij altijd goed worden
vastgezet, om schade te voorkomen.
Terugslag. Terugslag bestaat uit een
plotselinge harde beweging van de geleider naar boven
en naar achteren, richting gebruiker. Dit gebeurt
meestal wanneer het bovenste deel van de
geleiderneus (ook wel de
'terugslagzone' genoemd - zie
de rode markeringen op de
geleider), contact maakt met
een voorwerp of als de ketting
in het hout komt vast te zitten.
Door deze terugslag raakt de
operator de controle over de
machine kwijt, wat tot ernstig
en zelfs fataal letsel kan
leiden. De remhendel en
andere veiligheidsfuncties zijn
onvoldoende om de gebruiker
tegen lichamelijk letsel te
beschermen: de gebruiker
moet zich goed bewust zijn
van de omstandigheden
waarin terugslag voorkomt en
deze vermijden door de
aandacht erbij te houden, op
basis van zijn ervaring, en
door de machine verstandig en juist te gebruiken
(bijvoorbeeld: zaag nooit meerdere takken tegelijkertijd,
omdat deze per ongeluk in contact kunnen komen met
de 'terugslagzone'.
Veiligheid in het werkgebied
1. Laat de machine nooit gebruiken door kinderen of
mensen die de gebruiksaanwijzingen niet kennen.
Plaatselijke regels kunnen beperkingen opleggen
aan de leeftijd van de gebruiker.
2. Gebruik het product alleen op de manier en voor de
doeleinden die in deze aanwijzingen staan
beschreven.
3.
Controleer het hele werkgebied zorgvuldig op
mogelijke gevaren (bijv. wegen, paden, elektrische
kabels, gevaarlijke bomen, enz.)
4. Houd alle omstanders en dieren uit de buurt van het
werkgebied (zet zo nodig het gebied af en plaats
waarschuwingsborden). Zorg voor een minimum
afstand van 2,5 x de stamhoogte; nooit minder dan
tien meter.
5. De operator is verantwoordelijk voor ongelukken of
gevaarlijke situaties voor andere mensen en hun
eigendommen.
Veiligheid van batterij
BRANDGEVAAR!
• Nooit batterijen vervangen in de buurt van zuren
of licht ontvlambaar materiaal.
• Gebruik uitsluitend de originele GARDENA-
batterijlader om de batterij op te laden. Het
gebruik van andere batterijladers kan de
batterijen beschadigen en zelfs brand
veroorzaken.
ONTPLOFFINGSGEVAAR!
• Bescherm deze kettingzaag op batterijen tegen
hitte en vuur.
• Laat hem nooit langere tijd op radiatoren of in fel
zonlicht liggen.
1. Gebruik de kettingzaag op batterijen alleen bij
omgevingstemperaturen tussen de -10°C en +45°C.
2. De laadkabel moet regelmatig gecontroleerd worden
op tekenen van schade of veroudering (brosheid) en
mag alleen worden gebruikt als deze in perfecte staat
verkeert.
3. De meegeleverde laadeenheid mag alleen worden
gebruikt voor het laden van de oplaadbare batterijen
die met deze kettingzaag geleverd werden.
4. Nooit niet-oplaadbare batterijen met deze
batterijlader opladen (brandgevaar).
47