HOe De DrAADLOOS NeTWerk iNSTeLLiNg Te
gebruikeN
Het bedieningspaneel heeft een draadloos netwerk
instelling waarmee u een draadloze netwerkverbinding
kunt instellen.
1. kies het hoofdmenu van de instellingen.
Zie stap 1 op bladzijde 26.
2. kies de draadloos netwerk instelling.
Raak, in het hoofdmenu van de instellingen, de
Wireless Network (Draadloos Netwerk) toets aan
om naar de draadloos netwerk instelling te gaan.
3. Wi-Fi inschakelen.
Zorg dat het Wi-Fi keuzevakje met een groen
vinkje aangestreept is. Raak, als dit niet zo is, een-
maal de Wi-Fi menuoptie aan en wacht een paar
seconden. Het bedieningspaneel zal naar beschik-
bare draadloze netwerken zoeken.
4. Stel en beheer een draadloze
netwerkverbinding.
Het scherm zal, wanneer Wi-Fi ingeschakeld is,
een lijst met beschikbare netwerken aangeven.
Aandacht: Het kan een aantal seconden duren
voordat de lijst met draadloze netwerken verschijnt.
Zorg dat het keuzevakje op de menu-optie Network
Notification (Netwerknotificatie) een groen vinkje
heeft zodat het bedieningspaneel u informeert
wanneer een draadloos netwerk binnen bereik en
beschikbaar is.
Aandacht: U heeft uw eigen draadloos network
nodig, inclusief een 802.11b/g/n router met geac-
tiveerde SSID verzending (verborgen netwerken
worden niet ondersteund).
Raak het gewenste netwerk aan wanneer een lijst
met netwerken verschijnt. Aandacht: U zult uw
netwerknaam (SSID) moeten weten. U zult ook
het wachtwoord nodig hebben als uw netwerk een
wachtwoord heeft.
All manuals and user guides at all-guides.com
29
Een informatie-vakje zal u vragen of u een verbin-
ding met het draadloos netwerk wilt instellen. Raak
de Connect (Verbinden) toets aan om de verbin-
ding met het netwerk tot stand te brengen of raak
de Cancel (Annuleren) toets aan om naar de lijst
met netwerken terug te keren. Raak het invoer-
vakje voor het wachtwoord aan als het netwerk
een wachtwoord heeft. Een toetsenbord zal op
het scherm verschijnen. Raak het Show Password
(Toon Wachtwoord) keuzevakje aan om het wacht-
woord tijdens het typen te bekijken.
Zie HOE DE TOUSCHSCREEN TE GEBRUIKEN
op bladzijde 16 om het toetsenbord te gebruiken.
De WiFi-menuoptie bovenaan het scherm zal het
woord CONNECTED (aangesloten) aangeven
wanneer het bedieningspaneel met uw draadloos
netwerk aangesloten is. Raak dan de terugtoets op
het bedieningspaneel aan om naar de draadloos
netwerk instelling terug te keren.
Kies het draadloos netwerk en raak de Forget
(Negeren) toets aan om de aansluiting op een
draadloos netwerk te verbreken.
Zorg dat uw wachtwoord juist is als u problemen
heeft bij het aansluiten op een gecodeerd netwerk.
Aandacht: Wachtwoorden zijn hoofdlettergevoelig.
Let op: De iFit instelling ondersteunt onbeveiligde
en beveiligde (WEP, WPA en WPA2) codering.
Een breedbandverbinding wordt aanbevolen, de
werking hangt van de verbindingssnelheid af.
Aandacht: ga naar support.iFit.com voor hulp
indien u vragen heeft na het volgen van deze
instructies.
5. Verlaat de draadloze netwerk instelling.
Raak de terugtoets op het bedieningspaneel aan
om de draadloos netwerk instelling te verlaten.