WAARSCHUWING
83279507 • 1/2015-07 • La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Buiteneenheid WWP L 11 AERS
5 Installatie
5.1.2 Koelmiddelleiding aansluiten
▶
Leiding met buissnijder op de overeenkomstige lengte afsnijden en vijlen. Daarbij
moet erop gelet worden dat geen zaagsel in de leiding vallen.
Voorschriften voor flare-verbindingen volgens EN 378-2 in acht nemen.
▶
Gebruik maken van de dopmoeren die met de hydraulische eenheid bijgeleverd
zijn en op de buiteenheid voorgemonteerd zijn.
▶
Dopmoer over het uiteinde van de leiding schuiven.
▶
Op elk leidingsuiteinde flareaansluiting tot stand brengen. Er hierbij op letten dat:
▪
de flare-uiteinden geen schrammen of gebreken vertonen;
▪
de zijlengte van de kelk 1 gelijkmatig is.
Koelmiddel kan ontsnappen wegens verkeerd draaimoment
Bij een te laag draaimoment kan er koelmiddel ontsnappen. Bij een te hoog draai-
moment kan de leiding beschadigd worden en kan er daardoor eveneens koelmiddel
ontsnappen.
▶
Schroefkoppelingen met correct draaimoment aandraaien.
▶
Koelmiddelleidingen aan buiteneenheid en hydraulische eenheid aansluiten:
▪
met tweede steeksleutel tegenhouden;
▪
3/8"-leiding 1 draaimoment 33 ... 42 Nm;
▪
5/8"-leiding 2 draaimoment 90 ... 110 Nm.
27-51