Probleem
Onvolledige fusie met
het basismetaal
Overmatige penetratie
- lasmetaal smelt door
het basismetaal en
hangt onder de las.
Gebrek aan penetratie - ondiep
Versmelting tussen
lasmetaal en basismetaal
Doorbranden - smelten van
lasmetaal volledig door het
basismetaal resulterend in gaten
waar geen metaal meer in zit
Overmatig spatten - spatten van
gesmolten metaaldeeltjes die
afkoelen tot vaste vorm in de
buurt van de lasnaad.
Draadaanvoereenheid werkt,
maar geen gasstroom
14
www.parweld.com
Mogelijke oorzaak /
oplossing
Pas de werkhoek aan of
verbreed de groef om bij de
bodem te kunnen komen
tijdens het lassen.
Houd de boog tijdelijk op de
zijwanden van de groef bij
gebruik van de weeftechniek.
Houd de boog op de voorste
rand van het lasbad. Gebruik
de juiste pistoolhoek van 0
tot 15 graden.
Overmatige warmte-
inbreng. Kies een lager
spanningsbereik en verlaag de
draadaanvoersnelheid.
Verhoog de
verplaatsingssnelheid.
Onjuiste voorbereiding van de
verbinding. Te dik materiaal.
De voorbereiding en het
ontwerp van de verbinding
moeten toegang bieden tot de
bodem van de groef.
juiste lasdraadverlenging en
boogkarakteristieken.
Verkeerde techniek. Normale
toortshoek van 0 tot 15 graden
aanhouden voor maximale
inbranding. Houd de boog
op de voorste rand van het
lasbad. Zorg ervoor dat de
lasdraad niet meer Dan 13mm
buiten het mondstuk zit.
Onvoldoende warmte
inbreng. Kies een hogere
draadaanvoersnelheid en/of
een hoger spanningsbereik.
Verlaag de lassnelheid.
Overmatige warmte-
inbreng. Kies een lager
spanningsbereik en verlaag
de draadaanvoersnelheid.
Verhoog en/of handhaaf de
constante lassnelheid.
Draadaanvoersnelheid
te hoog. Kies een
lagere snelheid.
Spanning te hoog. Verlaag.
Lasdraad (uitsteek) te
lang. Verkort.
Werkstuk vuil. Verwijder al het
vet, olie, vocht, roest, verf,
undercoating en vuil van het
werkoppervlak voor het lassen.
Te weinig beschermgas bij
de lasboog. Verhoog de
hoeveelheid beschermgas
bij de lasboog. Verhoog de
hoeveelheid beschermgas bij
de manometer en voorkom
tocht bij de lasboog.
Vuile lasdraad. Altijd schone
en droge lasdraad gebruiken.
Gasfles leeg
Manometer niet open
Defecte solenoïde
Problemen toorts
Probleem
Draadaanvoereenheid werkt,
maar lasdraad wordt niet
doorgevoerd (machine).
Probleem
Draadaanvoereenheid werkt
maar lasdraad komt niet door
toorts.
Kraaiennest
Burn back
Onregelmatige draadaanvoer of
lasboog
Rood temperatuurlampje brandt
Mogelijke oorzaak /
oplossing
Onvoldoende druk op de
aandrijfrollen.
Onjuiste aandrijfrollen.
Te hoge remspanning van
de draadspoel.
Mogelijke oorzaak /
oplossing
Onjuiste liner.
Geblokkeerde liner.
Kraaiennest
Burn back
Te hoge druk van
de aandrijfrollen
Onjuiste of geblokkeerde liner
Onjuiste diameter contacttip
Oververhitting contacttip
Kapotte toorts
Verkeerd uitgelijnde
aandrijfrollen of draadgeleiders
Knikken in liner en/of toorts
Onjuiste spanningsinstelling
Onjuiste uitssteek
Onregelmatige draadaanvoer
Onjuiste of geblokkeerde liner
Oververhitting contacttip
Knikken in liner en/of toorts
Stel de burn back juist in
Onjuiste druk aandrijfrollen
Onjuiste diameter aandrijfrollen
Versleten aandrijfrollen
Onjuiste of geblokkeerde liner
Verkeerde maat draadgeleider
Verkeerd
uitgeleinde aandrijfrollen
Gaten in de aansluiting van de
liner of de draadgeleider
Onjuiste diameter contacttip
Oververhitting contacttip
Aanhechting van spatten
op de uitgangsgeometrie
van de contacctip
Knikken in liner en/of toorts
Slechte las - of massakabels
Lasnaadgebied is vuil
Stroombron oververhit. Laat
de machine draaien om deze
te laten afkoelen. Zorg ervoor
dat de in- en uitlaatopeningen
van de machine vrij zijn en dat
de machine een goede toevoer
van koellucht heeft.
Verminder de inschakelduur
en/of stroomsterkte.