Inhoudsopgave
Advertenties
6.1.4 MIG Lassen
1.
Bij het indrukken van de schakelaar zijn de lasdraad en het
aandrijfmechanisme elektrisch "LIVE" ten opzichte van het
werkstuk. Deze blijven nog kort "LIVE" nadat u de schakelaar
hebt losgelaten.
WAARSCHUWING
Bij gebruik van een open-boogproces is het noodzakelijk om de
juiste oog-, hoofd- en lichaamsbescherming te gebruiken.
2.
Plaats de draad over de verbinding. Het uiteinde van de
lasdraad mag het werkstuk licht raken.
3.
Laat de lashelm zakken, duw de toortsschakelaar in en
begin met lassen. Hou de toorts zo dat de afstand tussen het
contactpunt en het werkstuk ongeveer 10mm is.
4.
Om te stoppen met lassen, laat u de toortsschakelaar los en
trekt u de lastoorts weg van het werkstuk nadat de lasboog
gedoofd is.
5.
Als er niet meer gelast hoeft te worden, sluit Dan de klep om de
gasfles, druk even op de toortsschakelaar om de gasdruk af te
laten en zet de machine uit.
6.1.5 Lasparameters optimaliseren (handmatige modus)
Opmerking: Deze instellingen zijn slechts richtlijnen. Materiaal
en draadtype, ontwerp, plaatsing, positie, beschermgas enz.
beïnvloeden de instellingen. Start met testlassen om zeker te
zijn dat de specificaties voldoen.
De materiaaldikte bepaalt de lasparameters.
1.
Converteer materiaaldikte naar stroomsterkte (A) (0.25mm = 1
amp) 3.2mm = 125 A
2.
Selecteer draaddikte
Stroomsterkte
40 - 145 A
50 - 180 A
3.
Selecteer draadsnelheid (stroomsterkte)
Draaddikte
0.8 mm
1.0 mm
Op basis van een materiaaldikte van 3.2mm moet de
stroomsterkte 125A zijn. Als u 1.0mm draad gebruikt Dan moet de
draadaanvoersnelheid:
0.04 X 125= 5m/min
Draadsnelheid (stroomsterkte) regelt de laspenetratie.
4. Selecteer spanning. Spanning regelt hoogte en breedte van de
lasrups.
Lage voltage: draad steekt in het werkstuk.
Hoge voltage: boog is onstabiel (spatten)
Stel de spanning in tussen hoge/lage spanning. Stel bij indien nodig.
6.1.6 Optimalisatie van lasparameters synergische modus
In de synergische modus wilt u misschien de spanning
om het lasproces te optimaliseren. U kunt de spanningsregelaar
naar links of rechts draaien om de vooraf ingestelde lasspanning te
verlagen of te verhogen.U kunt ook de smoorspoel (12) aanpassen
om de hardheid van de boog te wijzigen.
6.1.7 Burn Back
De hoeveelheid lasdraad die uitsteekt aan het einde van de toorts na
het stoppen van het lassen, kan worden aangepast met behulp van
de burn back.
6.1.8 Voor - en nagastijd
De hoeveelheid voor - en nagastijd kan worden ingesteld met de
12
optie "gasstroom" in het help menu.
www.parweld.com
Draaddikte
0.8 mm
1.0 mm
Invoersnelheid
0.05m/min per Amp
0.04m/min per Amp
(15) bijstellen
6.1.9 Waterkoeler Werking (XTM505I)
Als u de waterkoeler gebruikt, ga Dan naar de optie koelregeling in
het menu "help" en selecteer water. Wanneer de waterkoeler wordt
ingeschakeld, zal deze ongeveer 1 minuut draaien ter voorbereiding
en nadien uitschakelen. Hij start weer van zodra de schakelaar van
de MIG toorts wordt ingedrukt. Als er langer Dan 1 minuut niet gelast
wordt, valt de waterkoeler weer uit. Door de schakelaar in te drukken
wordt het proces hervat.
6.1.10 Aluminium Lassen
1.
Vervang de liner in uw lastoorts door een Teflon liner
(bijvoorbeeld B2513-XX).
Demonteer de MIG toorts van de machine en verwijder de
borgschroef om de stalen liner los te maken. Verwijder de
stalen liner uit de toorts. Bewaar de capilairbuis goed (bij
gebruik van een stalen liner hebt u deze opnieuw nodig).
2.
Schuif de nekliner (bijvoorbeeld B9001) op het uiteinde van de
teflonliner in de toorts en duw hem terug in de machine.
6.1.11 Schakelaar 2T / 4T modus
In 2T modus houdt u de schakelaar ingedrukt om te lassen. Laat de
schakelaar los om te stoppen.
In 4T modus drukt u de schakelaar in en laat hem los om te begin-
nen. Druk nogmaals om te stoppen.
6.1.12 Geheugenfunctie
Met behulp van de geheugenfunctie kunt u een set lasparameters
opslaan en oproepen. In het laatste instelscherm voor het lassen
met MIG Synergisch of MIG Manueel, drukt u op de geheugentoets
(17) op het frontpaneel van de draadfeeder. Selecteer vervolgens
SAVE en druk op 1 van de geheugenplaatsen M1 tot M9. Om de
opgeslagen lasparameter te laden: druk op de geheugentoets,
selecteer vervolgens laden en druk op de geheugenplaats waar u de
instelling hebt opgeslagen.
6.2 MMA Lassen
6.2.1 Voorbereiding
Maak de MIG lasdraad los van de MIG toorts en verwijder de
spoel of zet de draad vast om afrollen te voorkomen. Wanneer de
MMA-modus is geselecteerd, staan de draadaanvoer en de daarop
aangesloten MIG toorts nog steeds onder spanning. Verwijder voor
de veiligheid het netsnoer uit de uitgangsaansluiting (27) aan de
achterkant van de stroombron.
6.2.2 Aansluiting voor las - en massakabel
Sluit de laskabel aan op de positieve "+" pool. Sluit de massakabel
aan op de negatieve "-" pool.
6.2.3 Werking
Selecteer MMA op het frontpaneel van de stroombron (10).
Gebruik de optionele elektrodehouder om een laselektrode in de
houder te klemmen en de lasstroomsterkte op het voorpaneel zo af
te stellen dat deze ongeveer 40A per mm elektrodediameter is bijv.
3.2mm elektrode vereist 3.2 x 40A = 128A. Start de lasboog door de
elektrode over het werkstuk te strijken. Om de lasboog te stoppen: til
de elektrode van het werkstuk weg.
6.2.4 Boogkracht (Arc Force)
De boogkracht kan worden ingesteld tussen 0 en 10 met de
regelknop (12). Dit wordt niet weergegeven op de display. De
V-meter geeft na instelling de OCV of lasspanning weer.
Advertenties
Inhoudsopgave
