B
2.5 Aansturing change-over
Indien u het toestel aansluit in een change-
over-systeem:
De werking van het toestel (verwarmen of
koelen) moet gekoppeld worden aan de
levering van warm of koud water door het
CV- of KW-systeem. Hiervoor zijn de volgen-
de mogelijkheden:
-
detectie van de watertemperatuur door
het toestel, met een aanlegtemperatuur-
sensor (accessoire);
-
aansturing van het toestel door het sys-
teem, via de ingang in het toestel;
-
aansturing van het systeem door het
toestel, via een uitgang in het toestel.
2.5.1 Aanlegtemperatuursensor
Accessoire
-
Bevestig de aanlegtemperatuursensor
op de aanvoerleiding van het systeem.
-
Sluit de sensor aan op connector X360
op de besturingsprint in het toestel (zie
de handleiding van het toestel).
-
Stel functie 79 in het installatiemenu in
op keuze 1 (zie par. 3.2.2).
2.5.2 Aansturing van toestel door
systeem
-
Sluit de signaalkabel van het systeem
aan op de ingang I1 (zie par. 2.4).
-
Stel functie 90 in het installatiemenu in
op keuze 1 (zie par. 3.2.3).
2.5.3 Aansturing van systeem door
toestel
-
Sluit de signaalkabel van het systeem
aan op uitgang O1 en/of O2 (zie
par. 2.4).
-
Stel functie 91 en/of 92 in het installatie-
menu in, afhankelijk van de werking van
het systeem op keuze 55, 56, en/of 57
(zie par. 3.2.4).
10
2.6 Vorstbeveiliging
2.6.1 Werking
In de regeling is een vorstbeveiliging geïnte-
greerd. Deze werkt in twee trappen:
1
Als de temperatuur van de uitgeblazen
lucht lager wordt dan 5 ºC:
-
toont het display
-
meldt een uitgang op het toestel
vorstgevaar (mits zo ingesteld);
-
bij toestellen met ventilatie én recir-
culatie:
gaat het toestel in recirculatiestand
en wordt de luchtklep gesloten;
-
bij toestellen met alleen ventilatie:
wordt het toestel uitgeschakeld;
-
bij modulerende regeling:
wordt het waterventiel volledig geo-
pend.
2
Als de temperatuur van de uitgeblazen
lucht lager wordt dan 2 ºC:
-
toont het display
ringscode E6;
-
meldt een uitgang op het toestel een
storing (mits zo ingesteld);
-
wordt het toestel uitgeschakeld.
De vorstbeveiliging wordt automatisch opge-
heven als de temperatuur van de aangezo-
gen of uitgeblazen lucht hoger wordt dan
8 ºC.
Als trap 2 in werking is getreden blijft de
storingscode E6 op het display staan.
2.6.2 Melding vorstgevaar
Optioneel
U kunt vorstgevaar beperken of voorkomen
door het CV-systeem aan te laten sturen
door een melding van het toestel.
-
Sluit de signaalkabel van het systeem
aan op uitgang O1 en/of O2 (zie par.
2.4).
Handleiding model DECO en PS, type S en M
;
%
en sto-
S