8
Mastervolt Dynamo – Installatiehandleiding
4.6
Poelies
Afhankelijk van de bestelling wordt de Mastervolt Dynamo geleverd zonder poelie, met een dubbele V-riempoelie of met een
multigroefpoelie.
De Alpha 12/130, 24/75, 24/110 en 24/150 IV zijn standaard uitgerust met een dubbele V-riempoelie, maar kunnen worden
besteld met een multigroefpoelie.
De modellen Alpha Compact 14/200 en Alpha Compact VP zijn standaard uitgerust met een multigroefpoelie. Andere Alpha
Compact modellen worden zonder poelie geleverd. Mastervolt levert poelies voor riemen met 6 en 8 ribben in diverse
diameters en met of zonder koppeling (ook wel 'vrijlopende' poelies genoemd). De poelie moet geschikt zijn voor de
betreffende dynamo. Zie paragraaf 10.4 op pagina 26 voor beschikbare modellen.
4.6.1
Keuze van het poelietype
De standaardpoelie wordt aanbevolen voor de meeste situaties. In geval van een lange aandrijfriem en/of als er veel
verbruikers op de riem zijn aangesloten, wordt het gebruik van een koppelingspoelie aanbevolen. Deze minimaliseert de
slijtage van de riem en de riemspanner.
4.6.2
Keuze van de poeliemaat
Er zijn veel variabelen om rekening mee te houden bij de keuze van de juiste grootte van de dynamopoelie:
-
motorvermogen (kW);
-
stationair motortoerental;
-
motoruitschakelpunt (= max. toerental);
-
maximaal toerental dynamo;
-
diameter van de krukaspoelie die wordt gebruikt om de dynamo aan te drijven.
Algemene regels:
1.
Bij stationair toerental van de motor (A) moet het stationair toerental van de dynamo (B) 1800 tpm of hoger zijn.
2.
B / A = minimale poelieverhouding.
3.
Bij het maximale motortoerental (D) moet het dynamotoerental lager zijn dan het maximale dynamotoerental (E).
4.
E / D = maximale poelieverhouding.
5.
Kies een poelieverhouding binnen deze uitersten.
Voorbeeld: Veronderstellingen: Stationair motortoerental = 800 tpm, motoruitschakelpunt = 5000 tpm, diameter
krukaspoelie = 160 mm. Dynamo: Alpha Compact 28/110 (zie paragraaf 10.2 voor specificaties):
Stationair motortoerental
Stationair toerental dynamo
Minimale poelieverhouding
Max. motortoerental
Maximaal toerental dynamo
Maximale poelieverhouding
Diameter krukaspoelie
Max. diam. dynamopoelie
Min. diam. dynamopoelie
Geselecteerde poeliediameter
Werkelijke poelieverhouding (= G / J)
4.6.3
Berekening uitgangsvermogen dynamo
Zodra de poeliemaat bekend is, kunt u de vermogenscurves in paragraaf 10.4 gebruiken om de laadstroom bij stationair
toerental op te zoeken. Vermenigvuldig het stationair toerental van de motor met de poelieverhouding om het stationair
toerental van de dynamo te verkrijgen: 800 x 2,9 = 2327 tpm. Uit de prestatiecurve van de Alpha Compact 28/110 lezen we
ongeveer 60 A uitgangsvermogen.
Om het motortoerental te berekenen waarbij de dynamo het maximale uitgangsvermogen bereikt, deelt u het nominale
toerental van de dynamo door de poelieverhouding. In dit voorbeeld bereikt de dynamo zijn volledige capaciteit bij het
motortoerental: 6000 / 2,9 = 2060 tpm.
Opmerking: aan dit voorbeeld kunnen geen rechten worden ontleend!
A
800
B
1800
(= B / A)
C
2,25
D
5000
E
15000
(= E / D)
F
3,0
G
160
(= G / C)
H
71,1
(= G / F)
I
53,3
J
55
K
2,9
tpm
Hieruit volgt dat de poeliediameter tussen 53,3 mm en
tpm
71,1 mm moet liggen. De keuze van een relatief
x
kleine diameter heeft als voordeel dat er bij een
tpm
stationair toerental een hoog uitgangsvermogen wordt
bereikt en bij lage toerentallen volvermogen. Het
tpm
kiezen van een kleine poelie betekent ook dat de
x
dynamo een hogere mechanische belasting op de
mm
motor uitoefent bij stationair toerental. Voor een
mm
krachtige motor kunt u een poelie van 55 mm kiezen.
mm
Voor een kleinere motor kan een grotere diameter
mm
zoals 66 mm optimaal zijn.
x