2. PRODUCT
2.1 Het laadstation
Op de omslag van deze handleiding vindt u de overeen-
komende afbeeldingen van het laadstation. Hier vindt u
meer informatie over de inhoud van het product en het
gebruik om uw voertuig op te laden.
Het laadstation (buitenzijde, zie pagina 2)
Identificatienummer van het laadstation
1
LED/RFID-interface
2
RFID-lezer
3
Quick starter gebruikershandelingen
4
Type 2 stekkeraansluiting
5
Indicatiesticker spanning
6
Deurhevel
7
Cilinder voor netbeheerder
8
Cilinder voor eindklant
9
Het laadstation (binnenkant, zie pagina 3)
Smeltzekeringen
1
Type A aardlekschakelaar
2
kWh-meter
3
Identificatielabel
4
Werkschakelaar
5
Grid Connection Box (GCB)
6
Beveiliging GCB
7
Figuur 1
UTP (Ethernet) Verbinding
10
P1 (Slimme meter) Verbinding
11
Simkaarthouder (zie figuur 6 voor gedetailleerde
12
locatie)
Identificatienummer van het laadstation
13
(zie beschrijving onder kop "Identificatielabel")
Aan/uitschakelaar 4-polig (zie figuur 2 voor
14
gedetailleerde locatie)
8
Figuur 2
Identificatielabel
Het identificatielabel (figuur 3) specificeert onder meer
het model, de productiedatum en het serienummer. U vindt
dit label zowel aan de bovenzijde van het laadpunt als aan
de binnenkant van de deur van het laadstation. Houd het
serienummer altijd bij de hand als u contact opneemt met
Alfen, zo kunnen wij u zo snel mogelijk van dienst zijn.
Typenummer van het laadstation, opgebouwd uit
1
de platformnaam en de laatste vijf cijfers van het
artikelnummer: (NG920)-(52501, 52502 of 52504)
Serienummer, uniek nummer dat Alfen meegeeft aan
2
het laadstation
Dag van productie van het laadstation
3
Technische specificaties van het laadstation, zoals het
4
aantal fasen, maximale laadstroom en spanning.
Artikelnummer van de Twin
5
Maximale laadvermogen dat ingesteld is op laadstation
6
10
niveau
11
12
Figuur 3: het identificatielabel
13
14
2
1
4
5
Twin handboek | Versie 2.0 | September 2017
3
6