Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

3. MONTEREN EN VERBINDEN
3.
Het laadstation monteren op de sokkel
a. Monteer de 4 stuks meegeleverde draadeinden
M10x80mm in de bussen op de sokkel.
b Breng de pakking aan over de draadeinden en
de afdichtingsplaat.
c Kantel de Twin, welke op de achterzijde klaar
gelegd is boven de sokkel, op de sokkel over
de draadeinden en over de voedingskabel
en aardkabel.
d Snij de snijtule op maat, zodat de voedings-
kabel stevig omklemd wordt en geleid de
voedingskabel door de bodemplaat, welke
gemonteerd wordt in het laadstation. Trek de
voedingskabel naar de buitenzijde van het
laadstation om de bijgeleverde trekontlasting
(type PUK, zie foto) te monteren.
e. Begeleid de voedingskabel, na montage van
de trekontlasting, terug het laadstation/
betonsokkel in, zodat de voorgeschreven 25cm
kabellengte in het laadstation achterblijft.
f Bevestig het laadstation met de meegeleverde
4 stuks moeren M10 inclusief sluit- en Vringen.
g De laadeenheid bevestigen met 4 x tapbouten
M10x80 mm op de betonsokkel.
Figuur 5: Trekontlasting type PUK

3.5 Elektrische installatie

WAARSCHUWING
Lees en volg alle veiligheidsinstructies in deze handleiding!
GEVAAR!
Het elektrische systeem moet volledig van elke
stroomaansluiting zijn losgekoppeld alvorens installatie- en
onderhoudswerk uit te voeren! Wacht na afschakelen van
de stroom altijd 10 seconden alvorens de werkzaamheden
voort te zetten.
18
1.
Verwijder de mantel van de voedingskabel met een
stanleymes en verwijder de mantels van de losse
draden met een draadstriptang;
WAARSCHUWING
Bevestig altijd eerst een goede aardingsgeleider
2.
Het laadpunt dient deugdelijk geaard te worden.
Sluit als eerste de aardingspen aan. Een voorziening
is aangebracht in de vorm van een hoofdaardrail (HAK)
rechts onderin het laadpunt om een aardingspen aan
te sluiten;
3.
De aardmantel/ aarddraad van de netbeheerder mag
alleen na schriftelijke toestemming van de netbeheer-
der als aardingsvoorziening beschouwd worden;
4.
De aardspreidingsweerstand dient minder dan
100 Ohm te bedragen;
5.
Controleer of de werkschakelaar in de uit- (0)stand
staat. Schakel de hoofdbeveiliging uit in de installatie
(voor Twins zonder GCB) of verwijder de zekeringen /
schakel de automaten in de UIT-stand (voor Twins met
GCB);
6.
Sluit de aders van de fasen aan op:
i. de automaten of patroonhouders in de
netbeheerderskast van de Twin inclusief standaard
netaansluiting. PE op aparte rail.
ii. rechtstreeks op de werkschakelaar van de Twin
exclusief netaansluiting, PE op aparte rail.
7.
Voor de trekontlasting op de kabel is een klembeugel
type PUK meegeleverd (zie foto);
8.
Zet de werkschakelaar en aardlekschakelaars in de
'IN- (1) stand;
9.
Plaats voor de typen met HAK-kast de eventueel
meegeleverde patronen in de patroonhouders en sluit
de houders;
10.
Indien een transparante afdekkap is meegeleverd
voor de interne componenten plaats deze dan met de
bijgeleverde plastic bouten;
11.
Sluit de deur en sluit het slot en controleer of deze
goed gesloten is.
LET OP!
Zorg ervoor dat kabels niet bekneld raken tijdens het
sluiten van de deur van de Twin.
LET OP!
Tussen de delen van de behuizing mogen zich absoluut
geen kieren bevinden. Dit gaat ten koste van de
bescherming tegen vocht en stof, wat de levensduur
van het product nadelig beïnvloedt.
Twin handboek | Versie 2.0 | September 2017

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave