Menu voor instelling van de stooklijn
Menupunt
Instelbereik
Ontwerptem-
30 ... 75 ... 90 °C
peratuur
(radiator/convector)/
of
30 ... 45 ... 60 °C
(vloerverwarming):
Eindpunt
De ontwerptemperatuur is alleen bij weersaf-
hankelijke regeling zonder voetpunt beschik-
baar. De ontwerptemperatuur is de
aanvoertemperatuur, die bij de minimale bui-
tentemperatuur wordt bereikt en heeft in-
vloed op de steilheid/hoek van de stooklijn.
het eindpunt is alleen beschikbaar bij weers-
afhankelijke regeling met voetpunt. Het eind-
punt is de aanvoertemperatuur, die bij de
minimale buitentemperatuur wordt bereikt
en heeft invloed op de steilheid/hoek van de
stooklijn. Wanneer het voetpunt boven 30°C
is ingesteld, is het voetpunt de minimale
waarde.
Voetpunt
bijvoorbeeld 20 ... 25 °C ... Eindpunt: het
voetpunt van de stooklijn is alleen beschik-
baar bij weersafhankelijke regeling met een-
voudige stooklijn.
Max aanvoer-
30 ... 75 ... 90 °C
temperatuur
(radiator/convector)/
30 ... 48 ... 60 °C
(vloerverwarming):
Instelling van de maximale aanvoertempera-
tuur.
Zonne-invloed – 5 ... – 1 K: een weersafhankelijke regeling
kan door de zonnestralen binnen bepaalde
grenzen worden beïnvloed (solaropbrengst
vermindert het benodigde warmtevermo-
gen).
Uit: met solarinstraling wordt bij de regeling
geen rekening gehouden.
CR 400 | CW 400 | CW 800
Menupunt
Instelbereik
Ruimte-invl.
Uit: weersafhankelijke regeling werkt onaf-
hankelijk van de kamertemperatuur.
1 ... 3 ... 10 K: afwijkingen van de kamertem-
peratuur in de ingestelde mate worden door
parallelverschuiving van de stooklijn gecom-
penseerd (alleen geschikt, wanneer de be-
dieningseenheid in een geschikte
referentieruimte is geïnstalleerd). Des te ho-
ger de instelwaarde is, des te groter is de in-
vloed van de kamertemperatuurafwijking en
de maximaal mogelijke invloed van de kamer-
temperatuur op de stooklijn.
– 10 ... 0 ... 10 K: parallelverschuiving van
Offset ruimte-
temperatuur
de stooklijn (bijvoorbeeld wanneer de met
een thermometer gemeten kamertempera-
tuur van de ingestelde streefwaarde afwijkt)
Snelopwar-
Uit: geen verhoging van de aanvoertempera-
ming
tuur aan het einde van een verlagingsfase
0 ... 100 %: de snelopwarming versnelt het
opwarmen na een verlagingsfase. Des te ho-
ger de instelwaarde is, des te groter is de ver-
hoging van de aanvoertemperatuur aan het
einde van de verlagingsfase. De ingestelde
gebouwsoort heeft invloed op de duur van de
verhoging. Deze instelling is alleen beschik-
baar, wanneer de kamerinvloed is uitgescha-
keld. Als er een geschikte
kamertemperatuursensor (afstandsbedie-
ning in de woonruimte) geïnstalleerd is, is de
activering van de kamerinvloed zinvoller dan
de versnelde opwarming.
Tabel 9
Menu stooklijn instellen
Servicemenu | 21
6720871942 (2017/05)