16 | Servicemenu
Menupunt
Instelbereik: functiebeschrijving
Gebouwtype
Maat voor de thermische opslagcapaciteit
van het verwarmde gebouw
( paragraaf Gebouwsoort).
1) Alleen bij bepaalde warmteproducenten beschikbaar.
Tabel 5
Instellingen in het menu installatiegegevens
Gebouwsoort
Wanneer de demping is geactiveerd, worden met het gebouw-
type de variaties van de buitentemperatuur gedempt. Door de
demping van de buitentemperatuur wordt met de thermische
inertie van de gebouwmassa bij de weersafhankelijke regeling
rekening gehouden.
Instelling
Functiebeschrijving
zwaar (hoge
Type
opslagcapaci-
Bijvoorbeeld bakstenen huis
teit)
Gevolg
•
Sterke demping van de buitentempera-
tuur
•
Lange verhoging van de aanvoertempera-
tuur bij snelopwarmen
gem. (matige
Type
opslagcapaci-
Bijvoorbeeld huis van holle bouwstenen (ba-
teit)
sisinstelling)
Gevolg
•
Matige demping van de buitentempera-
tuur
•
Verhoging van de aanvoertemperatuur
bij snelopwarmen van gemiddelde duur
licht (geringe
Type
opslagcapaci-
Bijvoorbeeld prefabwoning, houtskelet-
teit)
bouw, vakwerk
Gevolg
•
Geringe demping van de buitentempera-
tuur
•
Korte verhoging van de aanvoertempera-
tuur bij snelopwarmen
Instellingen voor het menupunt Gebouwtype
Tabel 6
6720871942 (2017/05)
20°C
0°C
0 h
Afb. 15
Voorbeeld voor de gedempte buitentemperatuur
[1] Werkelijke buitentemperatuur
[2] Gedempte buitentemperatuur
In de basisinstellingen hebben veranderingen van de buiten-
temperatuur ten laatste na drie uur invloed op de berekening
van de weersafhankelijke regeling.
▶ Om de gedempte en de gemeten buitentemperatuur te con-
troleren: menu Diagnose > Monitorwaarden > Toestel /
brander openen (alleen actuele waarden).
▶ Om het buitentemperatuurverloop van de laatste 2 dagen
te bekijken: menu Info > Buitentemperatuur > Buiten-
temp.verloop
6.1.2 Menu ketelgegevens
Geef in dit menu de instellingen voor de warmteproducent in.
Meer informatie vindt u in de technische documenten van de
gebruikte warmteproducent en eventueel de module. Deze in-
stellingen zijn alleen beschikbaar, wanneer de installatie over-
eenkomstig is opgebouwd en geconfigureerd (bijvoorbeeld in
installaties zonder cascademodule) en wanneer het gebruikte
apparaattype deze instelling ondersteunt.
Menupunt
Instelbereik: functiebeschrijving
Pompkarakte-
Vermogen gestuurd: de cv-pomp of ketelcir-
ristiek
cuitpomp wordt afhankelijk van het brander-
vermogen aangestuurd (geadviseerd voor
installatiehydraulica met hydraulische even-
wichtsfles).
Delta-P gestuurd stand 1 ... 6: de cv-pomp of
ketelcircuitpomp wordt afhankelijk van het
drukverschil aangestuurd (geadviseerd voor
installaties zonder hydraulische evenwichts-
fles).
12 h
24 h
0 010 008 067-001
CR 400 | CW 400 | CW 800
2
1