Inbedrijfstelling
Controleer de draairichting van de motor via
parameter 1-28 Controle draair. motor en volg hierbij de
stappen die op het display worden weergegeven.
5.6 Test lokale bediening
1.
Druk op [Hand On] om de frequentieregelaar te
voorzien van een lokaal startcommando.
▲
2.
Druk op [
] om de frequentieregelaar op te
voeren naar volle snelheid. Door de cursor links
van het decimaalteken te plaatsen, kunt u
wijzigingen sneller invoeren.
3.
Let op eventuele problemen bij het versnellen.
4.
Druk op [Off]. Let op eventuele problemen bij het
vertragen.
Raadpleeg hoofdstuk 7.7 Probleem verhelpen als er
problemen met versnellen of vertragen optreden. Zie
hoofdstuk 7.6 Lijst met waarschuwingen en alarmen voor
informatie over het resetten van de frequentieregelaar na
een uitschakeling (trip).
5.7 Systeem opstarten
Voor de procedure in deze sectie is het noodzakelijk dat de
bedrading en de toepassingsspecifieke programmering
door de gebruiker zijn voltooid. We adviseren om de
volgende procedure uit te voeren nadat de toepas-
singssetup is voltooid.
1.
Druk op [Auto On].
2.
Schakel een extern startcommando in.
3.
Pas de snelheidsreferentie aan voor het volledige
toerentalbereik.
4.
Schakel het externe startcommando uit.
5.
Controleer het geluids- en trillingsniveau van de
motor om u ervan te verzekeren dat het systeem
naar behoren werkt.
Raadpleeg hoofdstuk 7.6 Lijst met waarschuwingen en
alarmen als er waarschuwingen of alarmen optreden.
MG21A410
Bedieningshandleiding
Danfoss A/S © 11/2016 Alle rechten voorbehouden.
5
5
43