3-ROOKKANAAL
EXTERNE LUCHTINLAAT
Het is verplicht om een geschikte externe luchtinlaat te voorzien, zodat de nodige verbrandingslucht kan worden aangevoerd voor de
correcte werking van het toestel. De luchttoevoer van buiten naar het lokaal van de installatie kan rechtstreeks gebeuren, via een opening
op een buitenmuur van het lokaal (deze oplossing geniet de voorkeur, zie afbeelding 9 c), of onrechtstreeks, door afname van lucht uit
aangrenzende lokalen die permanent met het lokaal van de installatie in verbinding staan (zie afbeelding 9 a/b). Het aangrenzende
lokaal mag echter in geen geval een slaapkamer, autostalling, garage of in het algemeen een lokaal zijn waar er brandgevaar bestaat.
Tijdens de fase van de installatie moet men de minimale afstanden controleren die nodig zijn om lucht van buitenaf aan te voeren. Houd
rekening met de aanwezigheid van deuren en ramen, die een invloed kunnen hebben op de correcte aanvoer van lucht naar het product
(zie onderstaand schema).
De luchtinlaat moet een minimale totale netto oppervlakte van 180 cm2 hebben (voor open haarden/inbouwelementen): deze
oppervlakte moet proportioneel worden vergroot als er in het lokaal andere actieve generatoren zijn (bijvoorbeeld: elektrische ventilator
voor extractie van de vervuilde lucht, keukendampkap, andere kachels, enz.), die voor onderdruk in de omgeving kunnen zorgen. Het
is noodzakelijk om te laten controleren of de drukval tussen de kamer en de buitenlucht niet meer dan 4 Pa bedraagt wanneer alle
toestellen aan staan. Vergroot indien nodig de doorsnede van de ingang van de luchtinlaat, die uitgevoerd moet worden op een hoogte
nabij de vloer en altijd afgeschermd met een extern beschermrooster om vliegende dieren te weren, en zodanig dat er geen voorwerpen
de opening kunnen verstoppen.
Het is mogelijk om de lucht die nodig is voor de verbranding rechtstreeks aan te sluiten op de externe luchtinlaat via een buis die niet
kan worden samengedrukt (vb. een spiraalbuis). In het geval van kanaliseringen tot 3 meter moet de doorsnede met circa 5% vergroot
worden, terwijl deze voor grotere maten met 15% verhoogd moet worden.
AFBEELDING 9 a - onrechtstreeks via het lokaal
B
12
AFBEELDING 9 b - onrechtstreeks via
aanpalend lokaal
B
A
A=INTERNE LUCHTINLAAT
B=TE VENTILEREN LOKAAL
C=VERGROTING VAN DE SPLEET ONDER DE DEUR
D=EXTERNE LUCHTINLAAT
C
A
D
AFBEELDING 9 c - rechtstreeks van buiten
B