Temperatuuralarm
Dit toestel heeft een waarschuwings-
systeem, waarmee wordt voorkomen
dat de temperatuur in de diepvrieszone
ongemerkt stijgt.
Wanneer de vriestemperatuur in het
toestel te veel stijgt, beginnen de tem-
peratuuraanduiding en het alarmsym-
bool te knipperen. Bovendien klinkt
er een zoemer.
Of het toestel een temperatuur te hoog
of te laag vindt, is afhankelijk van de in-
gestelde temperatuur.
Het akoestische en optische signaal
wordt bijv. gegeven als
– u het toestel inschakelt en de tempe-
ratuur die op dat moment in een tem-
peratuurzone heerst te veel verschilt
van de temperatuur die u heeft inge-
steld,
– u ingevroren levensmiddelen hersor-
teert of uit het toestel haalt en er
daarbij te veel warme lucht binnen-
stroomt,
– u een vrij grote hoeveelheid levens-
middelen invriest,
– u verse levensmiddelen invriest die
nog warm zijn,
– de stroom is uitgevallen;
– het koeltoestel defect is.
Zodra de alarmtoestand beëindigd is,
stopt het waarschuwingssignaal en
gaat het symbool voor het alarm uit.
22
Is de temperatuur in de diep-
vrieszone vrij lange tijd hoger dan
-18 °C, controleer dan of de diep-
vriesproducten geheel of gedeeltelijk
zijn ontdooid.
Is dat het geval, gebruik deze levens-
middelen dan zo snel mogelijk of
kook of braad ze, alvorens ze op-
nieuw in te vriezen!
Temperatuuralarm voortijdig
uitschakelen
Hindert de zoemer u, dan kunt u deze
voortijdig uitschakelen.
Druk op de toets voor het uitscha-
kelen van de zoemer.
De zoemer houdt op.
Het alarm-symbool blijft branden
totdat de storing voorbij is.
In de instellingsmodus kunt u de zoe-
mer niet voortijdig uitschakelen.