7.8
Warmwatertemperatuur instellen
Aanwijzing
Het temperatuurbereik boven 60 °C kan alleen via
d.20 worden ingesteld.
1.
Druk op
tot op het display
Voorwaarden: Geen thermostaat aangesloten
Gevaar!
Levensgevaar door legionellabacteriën!
Legionellabacteriën ontwikkelen zich bij tem-
peraturen onder 60 °C.
▶
Zorg ervoor dat de gebruiker alle maatre-
gelen voor de legionellabeveiliging kent
om de geldende voorschriften voor het
voorkomen van legionellabacteriën te
vervullen.
▶
Stel met
en
de warmwatertemperatuur in.
Voorwaarden: Waterhardheid: > 3,57 mol/m³
–
Warmwatertemperatuur: ≤ 50 ℃
▶
Bevestig met
.
Voorwaarden: Thermostaat aangesloten
▶
Stel met
en
een willekeurige warmwatertempera-
tuur in, zodat het warmwaterbedrijf is gegarandeerd.
–
Instelbereik: 35 ... 65 ℃
▶
Bevestig met
.
▶
Stel de gewenste warmwatertemperatuur met de ther-
mostaat in (→ gebruiksaanwijzing/installatiehandleiding
thermostaat).
7.9
Gasinstelling controleren
7.9.1
Gasinstelling van fabriek controleren
▶
Controleer de gegevens over het gastype op het type-
plaatje en vergelijk deze met het aan de installatieplaats
beschikbare gastype.
1 / 2
De uitvoering van het product komt niet overeen met de
plaatselijke gasgroep.
▶
Neem het product niet in gebruik.
▶
Neem contact op met het serviceteam.
2 / 2
De uitvoering van het product komt overeen met de
plaatselijke gasgroep.
▶
Controleer de gasaansluitdruk. (→ Pagina 19)
▶
Controleer de inspuiterdruk bij maximale warmtebe-
lasting. (→ Pagina 20)
0020206439_02 ThemaTek Installatie- en onderhoudshandleiding
7.9.2
1.
2.
3.
wordt weergegeven.
4.
5.
6.
7.
▶
Controleer de inspuiterdruk bij minimale warmtebe-
lasting. (→ Pagina 20)
Gasaansluitdruk controleren
Stel het product kortstondig buiten bedrijf.
Sluit de gasafsluitkraan.
Klap de schakelkast naar beneden.
1
2
Draai de controleschroef los (1).
–
Linkse omwentelingen: 2
Sluit een manometer op de meetnippel (2) aan.
–
Werkmateriaal: U-manometer
–
Werkmateriaal: Digitale manometer
Open de gasafsluitkraan.
Meet de gasaansluitdruk ten opzichte van de atmos-
feerdruk.
–
Gasaansluitdruk bij aardgas G20: 2,0 kPa
(20,0 mbar)
–
Gasaansluitdruk bij aardgas G25: 2,5 kPa
(25,0 mbar)
–
Gasaansluitdruk bij vloeibaar gas G30: 2,8
... 3,0 kPa (28,0 ... 30,0 mbar)
–
Gasaansluitdruk bij vloeibaar gas G31: 3,7 kPa
(37,0 mbar)
1 / 2
Gasaansluitdruk in het toegestane bereik.
▶
Sluit de gasafsluitkraan.
▶
Verwijder de manometer.
▶
Draai de plasticschroef (1) vast.
▶
Open de gasafsluitkraan.
▶
Controleer de meetnippel (2) op gasdichtheid.
▶
Klap de schakelkast naar boven.
▶
Neem het product in gebruik.
2 / 2
De gasaansluitdruk ligt niet in het toegestane bereik.
Opgelet!
Kans op materiële schade en bedrijfs-
storingen door verkeerde gasaan-
sluitdruk!
Als de gasaansluitdruk buiten het toege-
stane bereik ligt, dan kan dit tot storingen
in de werking en tot schade aan het pro-
duct leiden.
▶
Voer geen instellingen aan het pro-
duct uit.
Ingebruikname 7
19