Inhoudsopgave
Advertenties
U kunt de zaklantaarn gebruiken wanneer het kompas actief is.
Het kompas kalibreren
1. Selecteer
Menu
2. Als u het kompas moet kalibreren, wordt
gekalibreerd
weergegeven. Als dit niet nodig is, selecteert u
Kalibratie.
3. Selecteer
Ja
om de kalibratieprocedure te starten. Plaats de telefoon
op een horizontale, vlakke ondergrond en draai de telefoon terwijl
u deze horizontaal houdt langzaam rond. Gebruik de draaiende
afbeelding in het display om de snelheid van de draaiing te bepalen.
Wanneer de kalibratie is voltooid, wordt
weergegeven.
De afwijking instellen
1. Selecteer
Menu
2. Selecteer
Opties
de afwijking in te stellen.
Als u de laatst ingestelde afwijkingswaarde wilt activeren, selecteert
u Aan.
3. Voer de afwijkingswaarde in graden van 0 tot 180 in en selecteer OK.
4. Selecteer de richting voor de
De richting instellen en opnieuw instellen
1. Selecteer
Menu
2. Volg de aanwijzingen in het display om de kompasrichting in te
stellen. Als u de richting van de gewenste bestemming opnieuw wilt
instellen, selecteert u
van de gewenste bestemming en selecteer Richting.
De pijl wijst in de richting die u hebt ingesteld en de numerieke waarde
wordt rechtsboven in het display weergegeven. Wanneer de pijl in het
display omhoog wijst, wijst de telefoon in de juiste richting.
>
Sport
> Kompas.
>
Sport
> Kompas.
>
Instellingen
>
Afwijking
afwijking:Oost
>
Sport
> Kompas.
Opn. inst.
> Ja. Wijs de telefoon in de richting
Kompas moet eerst worden
Kompas gekalibreerd
>
Afwijking instellen
(+) of
West
(-).
S p o r t
Opties
>
om
81
Advertenties
Inhoudsopgave
