C o n t a c t e n
Opmerking: het gebruik van spraakopdrachten in een rumoerige
omgeving of tijdens een noodsituatie kan problematisch zijn, dus u
doet er goed aan niet onder alle omstandigheden uitsluitend op
spraakgestuurde nummerkeuze te vertrouwen.
Spraakopdrachten toevoegen en beheren
Sla de contacten waarvoor u spraakopdrachten wilt toevoegen op in het
geheugen van de telefoon. U kunt deze contacten ook naar het
geheugen kopiëren. U kunt ook spraakopdrachten toevoegen aan namen
die op de SIM-kaart zijn opgeslagen. Als u de SIM-kaart vervangt, moet
u in dat geval eerst de oude spraakopdrachten verwijderen voordat
u nieuwe spraakopdrachten kunt toevoegen.
1. Zoek het contact waarvoor u een spraakopdracht wilt toevoegen.
2. Selecteer Gegev., ga naar het gewenste telefoonnummer en
selecteer
Opties
3. Selecteer
Starten
uit. Na het opnemen wordt de spraakopdracht door de telefoon
afgespeeld.
In
Contacten
verschijnt
spraakopdracht is gekoppeld.
Selecteer
Menu
>
controleren. Ga naar het contact met de gewenste spraakopdracht en
selecteer een optie om de opgenomen spraakopdracht af te spelen,
te verwijderen of te wijzigen.
Bellen door middel van een spraakopdracht
Als op de telefoon een toepassing wordt uitgevoerd die via een GPRS-
verbinding gegevens verzendt of ontvangt, moet u deze toepassing
afsluiten voordat u een spraakopdracht geeft.
1. Houd de toets volume-omlaag ingedrukt in de standby-modus.
U hoort een korte toon en de tekst
2. Spreek de spraakopdracht duidelijk uit. De ontvangen
spraakopdracht wordt door de telefoon afgespeeld. Het aan de
52
>
Spraaklabel
toev..
en spreek de gewenste spraakopdracht duidelijk
na het telefoonnummer waaraan een
Contacten
>
Spraaklabels
om de spraakopdrachten te
Nu spreken
wordt weergegeven.