I n s t e l l i n g e n
Selecteer
Menu
>
Instellingen
>
Beveiliging
en selecteer een van de
volgende opties:
PIN-code vragen
als u de telefoon wilt instellen om naar de PIN- of
UPIN-code te vragen wanneer de telefoon wordt ingeschakeld.
Sommige SIM-kaarten ondersteunen het uitschakelen van de code niet.
Oproepen blokkeren
(netwerkdienst) om inkomende en uitgaande
oproepen te beperken. Hiervoor hebt u het blokkeerwachtwoord nodig.
Vaste nummers
om uitgaande oproepen te beperken tot geselecteerde
telefoonnummers, als dit door de SIM-kaart wordt ondersteund.
Beperkte groep gebruikers
(netwerkdienst) om een groep mensen op te
geven die u kunt bellen en die u kunnen bellen.
Beveiligingsniveau
>
Telefoon
om de beveiligingscode te laten vragen
zodra een nieuwe SIM-kaart in de telefoon wordt geplaatst. Selecteer
Geheugen
als de beveiligingscode moet worden gevraagd als het SIM-
kaartgeheugen is geselecteerd en u het gebruikte geheugen wilt
wijzigen.
Toegangscodes
om de gebruikte PIN-code of UPIN-code in te stellen of
om de beveiligingscode, PIN-code, UPIN-code, PIN2-code en het
blokkeerwachtwoord te wijzigen.
Code gebruiken
om te selecteren of de PIN-code of de UPIN-code actief
moet zijn.
PIN2-codeaanvraag
om te selecteren of de PIN2-code vereist is als een
bepaalde telefoonfunctie wordt gebruikt waarop de PIN2-code van
toepassing is.
■ Fabrieksinstellingen terugzetten
Als u de oorspronkelijke waarden van enkele menu-instellingen wilt
herstellen, selecteert u
Menu
>
Instellingen
>
Fabrieksins.
terugzetten.
Voer de beveiligingscode in. De gegevens die u hebt ingevoerd of
gedownload, zoals de namen en telefoonnummers in Contacten, worden
niet verwijderd.
65