Inhoudsopgave
Advertenties
Nederlands
12.2 Algemene storingen tijdens het bedrijf
Storingen tijdens het bedrijf kunnen verschillende
symptomen hebben. Zij beïnvloeden het presta-
tievermogen van de installatie.
Storingen
Pomp draait niet
Pomp levert geen of te laag vermogen
Druk te laag
Pomp schakelt steeds uit en weer aan
Pomp lek
Navoeding van drinkwater actief
ondanks gevuld reservoir
Pomp schakelt niet af
Vlotterkraan in de navoeding schakelt
niet af/water ontsnapt via de overloop
Foutmelding "Gelieve hardware config.
nazien" op het display van de RCE
Neem contact op met een specialist of de
dichtstbijzijnde WILO-klantendienst of -vesti-
ging als de bedrijfsstoring niet kan worden ver-
holpen.
12.2.1 Bevestigen van foutmeldingen
Na het verhelpen van een storing moeten de fout-
meldingen bevestigd worden, zodat de installatie
het bedrijf hervat.
Wissen van de foutmeldingen Terugloop via
overloop (4.03), Alarmniveau (4.06) en Over-
stort tank (4.08)
• Verhelp de oorzaak van de fout.
• Voer het wachtwoord 02 in.
Het display geeft kort de volgende tekst weer:
> Mogelijkheid ingeven parameters <.
• Wis in het menu 4.00 de fout met de OK-toets.
• Ga via het menu 4.99 terug naar het hoofdmenu.
• Schakel het schakeltoestel weer naar de mode
Automatisch door het wachtwoord 00 in te voe-
ren.
68
Oorzaken
• Geen stroomtoevoer.
• Binnentredend lucht in de zuigleiding.
• Aanzuighoogte heeft de maximale
hoogte overschreden.
• Lucht in de pomp.
• Filter verstopt.
• Aanzuighoogte te hoog.
• Voetventiel verstopt.
• Geringe lekkage of terugslagklep in de
FluidControl sluit niet meer.
• Mechanische afdichting defect.
• Niveausensor vervuild of defect.
• Montagefout van de sensorkabel
(capillaire noodafvoerleiding geslo-
ten).
• Installatie bereikt alleen een druk-
waarde (actuele druk) die hoger is dan
1 bar en lager dan de inschakeldruk.
Werking buiten de karakteristiek.
• Vlotterkraan uit zitting gerukt of
mechanisch geblokkeerd.
• Jumper in de achterwand van de weer-
gavekaart van de RCE (zie Fig. 9) voor
de correcte identificatie van het
pomptype zit niet goed of ontbreekt.
.
Oplossingen
• Zekeringen, aansluitingen en toevoer-
leiding controleren.
• Zuigleiding afdichten.
• Waterspiegel controleren.
• Pomp/installatie ontluchten.
• Voetventiel reinigen.
• Waterspiegel controleren.
• Voetventiel reinigen.
• Persleiding lokaal afzetten om storing
te zoeken. Storing verhelpen.
• Mechanische afdichting vervangen.
• Schroeven op de trapbehuizing aan-
halen.
• Niveausensor reinigen resp. vervan-
gen.
• Kabelaansluiting en -verloop contro-
leren op knelpunten.
• Contact opnemen met Wilo-klanten-
service.
• Visuele controle, evt. betere onder-
steuning van de toevoerleiding of rei-
niging van de opvangbak resp. het
ventiel.
• Contact opnemen met Wilo-klanten-
service
Wissen van de foutmeldingen Droogloop (4.01),
Schakelfrequentie (4.02) en Max. tijd pomp
(4.07)
• Verhelp de oorzaak van de fout.
• Bevestig de foutmelding met de bevesti-
gingstoets
.
Wissen van de foutmeldingen Vulniveausensor
(4.04) en Druksensor (4.05)
• Verhelp de oorzaak van de fout.
• De fout wordt automatisch bevestigd.
13 Reserveonderdelen
De reserveonderdelen worden bij de plaatselijke
specialist en/of de WILO-klantendienst besteld.
Om vragen en verkeerde bestellingen te voorko-
men dienen bij de bestelling alle gegevens op het
typeplaatje van de installatie te worden verstrekt.
Technische wijzigingen voorbehouden!
WILO SE 01/2009
Advertenties
Inhoudsopgave
