Verklarende woordenlijst
GPRS (General Packet Radio Service)
Nieuwe service waarbij via het mobiele
telefoonnetwerk informatie (data) verzonden en
ontvangen kan worden. GPRS garandeert
gebruikers van mobiele telefoons en computers een
continu verbinding met Internet. Het is gebaseerd
op GSM (Global System for Mobile Communication)
verbindingen en SMS (Short Message Service).
GSM (Global System for Mobile
Communication)
Deze internationale standaard voor mobiele
telefonie garandeert compatibiliteit tussen de vele
netwerk operators. Naast grote delen van Europa is
GSM ook in veel andere landen de standaard.
Java
Toepassingen die programmeertaal genereren en
die ongewijzigd op alle mogelijke
hardwareplatforms, zowel kleine als grote, gebruikt
kunnen worden. Java is sterk gericht op toepassing
binnen internet, zowel voor algemeen toegankelijke
websites als intranet-toepassingen.
Wanneer een Java-programma vanaf een
webpagina draait, wordt dit een Java applet
genoemd. Wanneer het op een mobiele telefoon
draait, heet het een MIDlet.
Multiparty (telefonisch vergaderen)
Mogelijkheid om met maximaal vijf andere
personen telefonisch te vergaderen.
Nummerweergave
U kunt hiermee het nummer van bellers bekijken
en/of uw eigen nummer onzichtbaar maken.
142
PIN (Persoonlijk Identificatie Nummer)
Code waarmee de SIM-kaart beveiligd is tegen
gebruik door onbevoegden. De PIN code wordt
tegelijk met de SIMkaart door de provider
verstrekt. Meestal bestaat deze uit 4 tot 8 letters
en/of cijfers. U kunt de PIN code wijzigen.
PUK (PIN Unblocking Key)
Beveiligingscode die nodig is om de telefoon te
deblokkeren nadat drie keer na elkaar een
onjuiste PIN code is ingevoerd. Deze code bestaat
uit 8 cijfers en/of letters en wordt tegelijk met de
SIM-kaart door de provider verstrekt.
Roaming
Gebruik van uw telefoon buiten het bereik van uw
provider (met name in het buitenland).
SDN (Servicenummers)
Telefoonnummers die u van uw provider heeft
ontvangen en waarmee u toegang heeft tot speciale
diensten als voice mail, ondersteuning en
alarmcentrales.
SIM (Subscriber Identification Module)
Een kaartje met een chip die alle informatie bevat
die nodig is om de telefoon te gebruiken (netwerk-
en geheugeninformatie en persoonlijke gegevens
van de eigenaar). De SIM-kaart past in een kleine
opening aan de achterkant van de telefoon en
wordt beschermd door de batterij die erop wordt
geplaatst.
Verklarende woordenlijst
143