De volgende paragrafen beschrijven hoe elk item die zich in een programmeringsgroep bevindt, te
programmeren.
5.
Op de eerste pagina van het venster "01" programmeert u de
eenheidsprijs en beschrijving als volgt:
OPMERKING
Er zijn voor het programmeren drie invoerpatronen: de numerieke
invoering, tekeninvoering en selectieve invoering.
• Plaats de cursor op "PRICE" (prijs) en voer via de
numerieke toetsen "200" in.
• Plaats de cursor op "DPT.01" (AFD.01) en voer via de
tekentoetsen "ABCDE" in.
Als u een instellling wilt wissen, drukt u op de toets
u o pde toets
I
, (
(PAGE DOWN)
(pagina omhoog) of
A
6.
Druk twee keer op de toets
(belasting 1) te verplaatsen en programmeer de machine
daarna om "niet-belastbare 1" als volgt te programmeren:
• Druk op de toets
Selectieve invoering
l
OPMERKING
.
Met de toets
schakelt u als volgt tussen twee opties:
NO
YES
NO
....
l
l
l
Door op de toets
z
weergegeven.
7.
Gebruik één van de volgende handelingen:
• Om de programmering te annuleren, drukt u op de toets
. Er verschijnt een bevestigingsvenster die u
a
vraagt of u de gegevens wilt opslaan; selecteer de optie
van uw voorkeur.
• Om het programmeren te voltooien, drukt u op de toets
A
en daarna op de toets
het venster "DEPARTMENT" (afd).
• Om voor de volgende afdeling te programmeren, drukt u
op de toets
(NEXT RECORD)
Om naar het venster "01" terug te keren, drukt u op
, (of
P
(PREV. RECORD)
66
Numerieke invoering
l
Tekeninvoering
l
(pagina omlaag),
F
drukt.
I
om de cursur naar "TAX 1"
.
om "NO" (nee) te selecteren.
te drukken, worden alle pertinente opties
a
. U keert terug naar
, (of
5
).Het venster "02" verschijnt.
).
L
voordat
, (
(PAGE UP)