[
De opnamefunctie kiezen
Raak
op het scherm aan. Raak het
gewenste item aan en raak daarna
Autom.:
Voor eenvoudig opnemen met automatisch
ingestelde instellingen.
Programma:
Voor opnemen met automatisch ingestelde
belichting (zowel de sluitertijd als de
diafragmawaarde). U kunt ook de diverse
instellingen kiezen op het menu.
Handmatig:
Hiermee kunt u handmatig de belichting
instellen (zowel de sluitertijd als de
diafragmawaarde).
Scènekeuzefunctie:
Voor opnemen met vooraf ingestelde
instellingen voor de betreffende scène.
[
De belichting handmatig
instellen
Stel
(Camera) in op een andere
instelling dan [Autom.] of [Handmatig], en
raak daarna
Naar +: Maakt het beeld helderder.
0EV: De belichting wordt door de camera
automatisch ingesteld.
Naar –: Maakt het beeld donkerder.
[
De scherpstellingsmethode
9
veranderen
Stel
(Camera) in op een andere
instelling dan [Autom.], raak daarna
aan. Raak 9 (Scherpstellen) aan. Raak het
gewenste item aan en raak daarna
Multi-AF (Multipoint AF):
Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op
een onderwerp in het hele bereik van het
zoekerframe (standaardinstelling).
Midden-AF:
Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op
een onderwerp in het midden van het
zoekerframe.
Punt-AF (Flexibel Punt AF):
Hiermee wordt, door het AF-
bereikzoekerframe te verplaatsen naar een
gewenste schermpositie, scherpgesteld op een
zeer klein onderwerp of een klein gebied.
12
aan. Raak
(EV) aan.
[
Het aantal opneembare
stilstaande beelden en de
opnameduur van bewegende
aan.
beelden
Het maximaal aantal opneembare
stilstaande beelden en de maximale
opnameduur van bewegende beelden
verschilt afhankelijk van het gekozen
beeldformaat.
Stilstaande beelden
Het maximale aantal opneembare
beelden
Bewegende beelden
Maximale opnameduur
• Het maximaal aantal opneembare stilstaande
beelden en de maximale opnameduur van
bewegende beelden kan variëren afhankelijk van
de opnameomstandigheden.
aan.