Inhoudsopgave
Advertenties
Als de airconditioner onder abnormale omstandigheden werkt, bestaat er een risico op
storingen, elektrische schokken of brand.
Bij het in- en uitschakelen van het apparaat met de noodstopschakelaar moet het apparaat
met een elektrisch niet-geleidend voorwerp worden bediend. Gebruik geen metalen
voorwerpen.
Ga niet op de behuizing van de buitenunit staan en plaats er geen zware voorwerpen op.
Anders kan het toestel beschadigd raken of kunnen personen gewond raken.
Installatie
De installatie moet door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd. Anders kunnen
personen gewond raken of kan het toestel beschadigd raken.
Bij de installatie van het apparaat moeten de elektrotechnische veiligheidsnormen en
‑voorschriften in acht worden genomen.
Gebruik een onafhankelijke stroomvoorziening en een beveiligingsautomaat waarvan de
parameters voldoen aan de geldende veiligheidsvoorschriften.
Installeer een beveiligingsautomaat. Anders kan het toestel beschadigd raken.
Bij permanente aansluiting op het stroomnet moet een alpolige scheidingsschakelaar,
waarvan de contacten in geopende toestand minstens 3 mm van elkaar verwijderd zijn,
worden gebruikt om het apparaat uit te schakelen.
Bij de keuze van de beveiligingsautomaat moet rekening worden gehouden met de
desbetreffende apparaatparameters. De beveiligingsautomaat moet tegen te hoge stroom
(kortsluiting) en overbelasting beschermen.
De airconditioner moet voldoende worden geaard. Bij foutieve aarding bestaat gevaar voor
een elektrische schok.
Gebruik geen ongeschikte netaansluitkabel.
Controleer de voedingsspanning om er zeker van te zijn dat deze voldoet aan de eisen van
de airconditioner. Bij instabiele voedingsspanning of foutieve aansluiting kunnen storingen
optreden. Voordat u de airconditioner gebruikt, moet u geschikte netaansluitkabels
installeren.
De fase-, nul- en aardingsgeleiders moeten correct in het stopcontact zijn aangesloten.
Voordat u met werkzaamheden aan het toestel begint, moet u de stekker uit het stopcontact
halen.
Sluit de voeding niet aan voordat de installatie is voltooid.
In geval van schade moet de netaansluitkabel worden vervangen door de fabrikant,
geautoriseerd onderhoudspersoneel of een gekwalificeerd persoon om mogelijke risico's te
beperken.
Het koelcircuit kan heet worden. Monteer de aansluitkabel op voldoende afstand van de
koudemiddelleidingen.
Het toestel moet in overeenstemming met de nationale normen en voorschriften worden
geïnstalleerd.
De installatie mag alleen worden uitgevoerd door geautoriseerd personeel in
overeenstemming met de geldende normen en voorschriften.
De airconditioner is een apparaat van beschermingsklasse I. Hij moet overeenkomstig de
geldende normen op de juiste wijze worden geaard. De aarding moet door een
gekwalificeerde vakman worden aangesloten. Zorg ervoor dat de aarding voortdurend wordt
5
Advertenties
Inhoudsopgave
